vensters in de zijmuren. Alleen van Graauw is zeker dat die van de aanvang af
een vrijstaande houten toren bezat60; voor Westdorpe is onduidelijk of het kleine
gevelruitertje al direct aanwezig was61. In IJzendijke besloten de kerkmeesters in
ieder geval pas in 1806 om aan de kerk, die tot dusverre weinig meer was dan
een schuur, een torentje toe te voegen62, Lamswaarde volgde daarmee in 181063.
Het was overigens iets, wat Lodewijk Napoleon per decreet van 13 maart 1809
ook voor kerken verplicht had gesteld64.
Over de precieze gang van zaken bij de enkele restituties die in deze streek
plaatsvonden is nog niets bekend. In Hengstdijk, waar de oude kerk al jaren leeg
stond65, en in Ossenisse trok men gelijk met de oprichting van de statie in 1796 in
de oude dorpskerk in, in Stoppeldijk dito in 1799. In St. Jansteen werd deze in
1803 verworven, in Zuiddorpe in 1807, omdat er toch geen hervormden woon
den - het betrof dan ook een ruïne, die door geldgebrek voorlopig ook maar ruïne
bleef66. Alleen in Oostburg heeft men in 1804, ook weer direct gekoppeld aan de
oprichting van de nieuwe gemeente, voor 3.000 de oude Waalse Kerk, een een
voudig zaalkerkje zonder toren uit 1689, gekocht67. In Eede namen de katholie
ken in 1807 de uit 1649-'50 daterende Hervormde Kerk over, die overigens pas
in 1818 in gebruik genomen kon worden68.
En als belangrijkste bonus haalden de katholieken op het laatst van 1806 de
oosthelft van de monumentale laatgothische St. Willibrord in Hulst binnen. Al in
1802 was om teruggave verzocht, daar tegenover vijfduizend in een schuur op-
eengepropte katholieken dertig in de ruimte badende hervormden stonden, maar
de Franse prefect had aanvankelijk nog resoluut geweigerd, omdat de kerk als
rechtmatig hervormd erkend was. Een paar jaar later was hij evenwel toch voor
de aanhoudende aandrang bezweken, en bepaalde hij dat de katholieken koor en
transept, dat wil zeggen het niet door de hervormden benutte deel, in gebruik
mochten nemen, op voorwaarde dat zij beloofden ook voor de toekomst alle aan
spraken op de andere helft op te geven69. Daarmee ging een simultaneum in dat
tot 1929 zou duren, toen de drastisch gekrompen hervormde gemeente haar helft
aan de tegenpartij verkocht en in een nieuw onderkomen trok. Nergens in Neder
land is een dergelijke constructie zo lang blijven voortbestaan als hier70.
60. Zo *L29, IV, 433; Van der Aa, Aardrijkskundig [noot 22], IV, 750.
61. Vgl. C. van Winkelen, Westdorpe in oude ansichtenZaltbommel 1978, foto 1.
62. Vgl. *L3, 12;en*L5, 106.
63. Zie*L29, IV, 513.
64. Zie *L38, 41 noot 10; en *L37, 286.
65. Zo *L38, 80, noot 173.
66. Brief G aan DG, 6-11-1816 no. 2356, R.K.Ere 11, doss. 650; alsmede request GB aan K, 22-1-
1817, aldaar (eveneens in SS 370: 11-2-1817 no. K2).
67. Zie *L18, 224. Voor de Walen, voor wie de oude kerk veel te ruim geworden was, ongetwijfeld
een zeer pijnlijke gebeurtenis. Vrees voor katholieke overname van de kerk was in het nabije Aarden
burg in 1796 zelfs de reden, waarom men de Waalse gemeente met man en macht tegen beter weten
in nog maar even in stand hield; zie: *L17, 350. Zie ook: M.A. Aalbregtse, Oostburg in oude ansich
ten, Zaltbommel 1971, foto 28.
68. G.A.C. van Vooren, Eede in oude ansichten, Zaltbommel 1976, inleiding en foto 1; voorts *L2,
27. Daarentegen volgens *L29, IV, 430; en Van der Aa, Aardrijkskundig [noot 22], IV, 34, pas in
1815 aangekocht.
69. Zie *L44, 33-46; *L38, 30-32; P.J. Brand, De geschiedenis van Hulst, Hulst 1972, 451-452; T.
van der Klooster, 'Hulst onder Franse heerschappij', Jaarboek van de Oudheidkundige Kring De Vier
Ambachten, 1984/'85, 168-169. Overeenkomst van overdracht in extenso weergegeven bij *L44, 38-
39.
88