Afb. 10. St. Annaland, Nederlandse Hervormde Kerk in 1893.
wen huis. Het dure nieuwbouwplan ad 20.405 voor Wissenkerke is overbodig
gebleken, en daarmee de kosten- (en subsidie-!)post op 10.346,75 gehalveerd.
Met een voorgestelde onderstand van 8.000 is het de derde gemeente, waaraan
het Rijk meer dan 5.000 dient te spenderen. Verder is er in Krabbendijke van
een buitenwerkse en in St. Annaland van een binnenwerkse vergroting sprake, en
in Hoek van een uitbouw. In alle resterende gemeenten moesten slechts kerk of
pastorie hersteld worden, of beide.
Alleen was, parallel aan de religieuze situatie, de geografische verdeling na
tuurlijk wat anders dan bij de katholieken. Als men de lutheranen van Middel
burg en de walen van Vlissingen buiten beschouwing laat, lagen er van de 28 in
het eindrapport van de commissie-Van Citters opgevoerde protestantse gemeen
ten 6 op Walcheren, 8 op Schouwen-Duiveland, 4 op Tholen, 1 op Noord-Beve
land, 2 op Zuid-Beveland en 7 in Zeeuwsch-Vlaanderen - dus in laatstgenoemde
contreien slechts een kwart. De verdeling van de onkosten en de subsidies ver
loopt echter niet geheel parallel. Schouwen-Duiveland en Tholen zijn duidelijk
onderbedeeld, omdat het hier keer op keer bescheiden herstelwerkzaamheden be
trof, evenals op het platteland van Walcheren, een eiland dat als totaal alleen
dankzij de walen van Vlissingen nog enigszins aan zijn quotum komt. Anderzijds
zouden de kosten hier geheel voor rekening van het Rijk moeten komen, waarop
de belanghebbenden, aldus de commissie in een algemene opmerking achteraan,
ook recht hebben. Zij werden namelijk tot 1795 uit de landskas onderhouden om
dat de kerkegoederen ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog door de overheid ge
confisqueerd waren, waar zij elders dankzij een overeenkomst uit 1581 aan de
121