gemeenten verbleven zijn206. Zwaar overgerepresenteerd zijn daarentegen de Be- velanden, waar het om de subsidiepot gaat, en - dankzij Sluis - Zeeuwsch-Vlaan deren, waar het om de totale bouwkosten gaat, los van de vraag wie deze betaalt. Van de 26 hervormde kerkgebouwen tenslotte waarmee iets gebeuren moest, waren er acht ten tijde van de Republiek opgetrokken - vijf van de acht in Zeeuwsch-Vlaanderen gelegen, daarvan die van Sas van Gent nog geen drie kwart eeuw oud207 - en stamde de rest in hoofdzaak nog uit de Middeleeuwen. Het duurt een klein jaar, voor de benodigde stukken zover uitgewerkt zijn, dat de gouverneur in Den Haag zijn rapporten kan indienen, 16 januari 1821 bij Her vormde Eeredienst208, de dag daarop bij Rooms-Katholieke209. De revisie had aan merkelijk meer tijd gevergd dan verlangd. Maar Van Doorn kan nu achter het eindprodukt staan. Hij meent dat de gevraagde sommen precies toereikend zullen zijn. Weliswaar is het mogelijk dat zij hier of daar wat anders zullen uitvallen omdat men niet alles kan voorzien en het tijdens het werk aan een kerk best zou kunnen blijken dat er nog wat meer reparaties nodig zijn, maar wat men nu weet moet voldoende wezen om de in het verslag van Van Citters en de zijnen voorge stelde subsidies toe te kennen. Wat de katholieke sector betreft: fusies - de commissie had er al op gelet, en ook de gouverneur zelf had ernaar gekeken - waren helaas niet mogelijk geble ken; zij zouden slechts ongemak veroorzaken. Eerder zijn er te weinig staties dan te veel. In dit licht mag dan ook het resultaat van de rondreis zeer bevredigend genoemd worden, nu de subsidiesom zover is teruggebracht, bijvoorbeeld door het schrappen van de nieuwbouwprojecten te Sluis en - hier overdrijft de gouver neur enigszins de oorspronkelijke ambities - Heinkenszand. En dit zou ook reden moeten zijn, om niet te verlangen binnen de uitgedunde wensenlijst nog eens pri oriteiten op te stellen. Zoiets is welhaast ondoenlijk; de kosten konden slechts zo drastisch gereduceerd worden, door zich tot het meest urgente te beperken, en binnen 'meest urgent' laat zich niet een rangorde aanbrengen in de zin van 'nog meer urgent'Indien enigszins haalbaar dient men daarom het benodigde ook in eens te geven, om elke schijn van voortrekken te vermijden - 'en misschien mag het niet aanmerkelijke der benoodigde som van nog geen 39.000,— hiertoe wel eenige hoop geven'210. Mocht de som onverhoopt toch niet ineens uitgekeerd kunnen worden, en nadere schifting onvermijdelijk zijn, dan verneemt hij graag eerst het jaarlijks beschikbare bedrag, om op grond daarvan pas te beslissen. Wat voorts de uitvoering betreft, dringt Van Doorn - en hij zou dit in vrijwel identieke bewoordingen voor de hervormde kerken herhalen - er met klem op aan dat deze aan direct overheidstoezicht onderworpen wordt. Alleen verreke ning en verantwoording door de kerkbesturen achteraf, zo leert de praktijk, is on voldoende, want daaruit blijkt slechts of de subsidie gebruikt is, niet, of dit ook doelmatig is gebeurd, 'terwijl uit het gemis van zoodanig toezicht ligtelijk het gevoel ontstaan kan en ook werkelijk ontstaan is, dat de geaccordeerde som 206. Pro-Memorie, bijl. bij brief G aan DG, 16-1-1821 no. 3, N.H.Ere 101: 11-4-1821 no. 1121. 207. De overige zeven waren: Breskens, Hoek, Krabbendijke, Retranchement, Vrouwenpolder, Wa terlandkerkje en Wissenkerke. 208. Brief G aan DG, 16-1-1821 no. 3, N.H.Ere 101: 11-4-1821 no. 1121. 209. Brief G aan DG no. 4 confid., 17-1-1821, R.K.Ere 80, doss. 5169. De declaraties werden vol gens deze brief eerst nu ingezonden. 210. Ibidem. 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 150