Op deze mededeling had hij aanvankelijk willen laten volgen dat de situatie ter
plekke daarmee al ettelijke jaren treurig afstak bij die van de katholieken, 'wier
kerkgestichten tot uitstekende kenteekenen strekken van haar vermogen en aan
zien'. Hij heeft dit echter bij nader inzien toch maar ingeslikt en de bewuste pas
sage niet uit zijn klad in het net laten overbrengen. Mogelijk realiseerde hij zich
bijtijds dat dit niet geheel met de waarheid strookte - zeker niet voor Nederland
in het algemeen, maar ook niet voor Zeeland of Zeeuwsch-Vlaanderen in het bij
zonder, en evenmin in het specifieke geval van Sluis. Men kon immers moeilijk
volhouden dat de katholieken met hun uitgewoonde magazijn wezenlijk beter af
waren dan de hervormden met hun weliswaar kleine, maar toch nog altijd kerke
lijk ogende kapel. De bewuste passage wordt dan ook vervangen door de meer
specifieke opmerking dat de grensligging ten aanzien van de zuidelijke rijkshelft
gebiedt dat de hervormden een waardig gebouw terugkrijgen en zo uit hun verne
derende staat gered worden. Hoe sterk contrasteert deze immers thans bij die van
de talrijke 'deftige' katholieke kerken in het nabije Vlaanderen en hoe urgent is
derhalve een reddende hand uit Den Haag!227.
Alleen is Pallandts reddende hand wel een slappe. Ofschoon hij erkent dat de
gemeente in Sluis zelf, ofschoon verarmd, veel bijdraagt, acht hij de voorgestelde
10.000 subsidie te hoog. En ook al is de begroting van wederopbouw geenszins
te ruim genomen - want onder het kritisch oog van de gouverneur opgemaakt -
moet het mogelijk zijn 'om nog een paar duizend Guldens daarop te kunnen be
zuinigen'. Indien dit bij nader inzien toch niet mogelijk mocht blijken, kan men
misschien het ontbrekende op een andere wijze vinden, 8.000 als rijksbijdrage
moet voldoende wezen om het gestelde doel te bereiken; daarom stelt hij dit be
drag als subsidie voor, wat zodoende 2.000 scheelt op de verzochte som228. De
benadering is karakteristiek voor Pallandts behandeling van de hele kwestie. Ook
op de financiële behoeften van de overige zeven wordt namelijk afgedongen. De
op instorten staande toren te Serooskerke, tweede op de lijst, is niet alleen van
nut voor de kerk, maar ook voor andere doeleinden, zodat niet Eeredienst in zijn
eentje ervoor hoeft op te draaien. Vijfhonderd gulden mag men elders proberen
te vergaren229.
Bij nummer drie, de onherbergzame kerk en pastorie van Vrouwenpolder, en
de daaropvolgende gemeenten van de ranglijst - Sas van Gent, Biggekerke, West-
Souburg, Zoutelande en Waterlandkerkje - trekt de directeur-generaal eveneens
de nodige rijks daalders af, er op vertrouwend dat men deze wel in eigen boezem
vinden kan. Zo bleek hem dat van de gevraagde duizend guldens voor Water
landkerkje nog niet de helft voor reparatie, en de rest voor schuldeisers bestemd
is; en schulden dient men zijns inziens 'door eene wijze administratie' op te los
sen, zodat met een subsidie van 400 kan worden volstaan230. Net als bij de ka
tholieken zal de uitvoering met het oog op de kwaliteitsbewaking onder direct
toezicht van de overheid dienen plaats te vinden, ditmaal dan onder dat van het
immers speciaal daartoe opgerichte Provinciaal College van Toezicht.
227.
Ibidem.
228.
Ibidem.
229.
Ibidem.
230.
Ibidem.
126