Hoezeer men beide departementen één lijn probeerde te laten trekken, bleek
daarbij ook wel uit het in potlood in de marge van het rapport door de koning
zélf genoteerde commentaar:
Mondeling. NB in verband zetten met de bepalingen nopens de R.K. Kerken, en
gelijken behandeling doen wedervaren. Voorbeeld van Zeeland geven aan andere
en bijzonder lauderen het gedrag van diegeene die zig verdienstelijk gemaakt heb
ben. Op die wijze voor alle kerken in den Provincie in 2 of 3 jaar behoorlijk ge
zorgd231.
Willem I geeft daarop te kennen, bereid te zijn voor Zeeland in totaal 45.000
subsidie te geven, over drie gelijke jaarlijkse termijnen verdeeld, en dienaan
gaande een voordracht van Pallandt af te wachten. Deze geeft 26 april van zijn
instemming blijk; de som is hem na gedaan onderzoek voldoende gebleken om
in de behoeften van alle hervormden, wier aanvragen tezamen meer dan 62.000
beliepen, te voorzien, indien maar 'tot het minimum van het benoodigde geredu
ceerd'232.
De directeur-generaal heeft vervolgens nagegaan, in welke volgorde de ge
meenten geplaatst zouden moeten worden. Veere heeft hij daarvan, hoezeer ook
juist deze gemeente steun behoeft, uitgezonderd, omdat de subsidieaanvraag sa
menhangt met de reeds toegezegde vergoeding voor de confiscatie van de Grote
Kerk. En alhoewel de koning de wens uitgesproken had dat hij zich eerst over de
Nederlands-hervormde gemeenten zou buigen, waarna de andere protestanten la
ter zouden volgen, heeft hij deze laatsten bij nader inzien nu toch ook maar me
teen toegevoegd, omdat het maar om twee stuks gaat en het beter is om alles in
eens af te doen233.
Deze twee zijn de Waalse Kerk te Vlissingen en de Lutherse te Middelburg.
De aanvraag om een nieuwe kerk van de eerste wijst hij, anders dan Van Doorn
nog deed, onomwonden af: de kosten zijn te hoog en de gemeente is te klein. Het
beste neemt men de gelegenheid te baat en heft men de gemeente zodra er na het
vertrek van de dienstdoende predikant een vacature ontstaat gewoon meteen op.
Zolang deze evenwel nog niet vertrokken is, kan men de zaak beter zonder de
belanghebbenden in 's rijks motieven te kennen in advies houden, en zo zonder
nadere redegevende kennisgeving op zijn beloop laten234. Anders is dat met de
Lutherse Kerk van Middelburg, die slechts voor een bescheiden bedrag herstel
behoeft. Hij stelt voor om voor 1821 de benodigde 400 toe te zeggen en dit aan
de 45.000 toe te voegen, mede om elke grond tot jaloezie, 'alsof men de Her
vormden meer begunstigde', te voorkomen, 'daar hierin een blijk van gelijke be
langstelling werd gegeven'235.
Vervolgens doet Pallandt zijn voorstel voor de verdeling van de 45.000,
waarbij hij de koning een gedetailleerde argumentatie zal besparen, om hem niet
met onnodige herhalingen lastig te vallen. Uiteraard worden daarbij voor 1821 de
231. Potloodaantekening in marge van brief DG aan K, 11-4-1821 no. 1121/586, SS 1187:2-5-1821
no. 33.
232. Brief DG aan K, 26-4-1821 no. 1267/675, SS 1187: 2-5-1821 no. 33.
233. Ibidem.
234. Ibidem.
235. Ibidem.
128