jaren hebben kunnen overleggen, waaruit dan had moeten blijken hoe hoog de kosten van het dijkonderhoud wel waren. Wij zijn echter van mening dat de kla gende partij de ernst van de situatie waarin haar dijken verkeerde niet heeft over dreven, maar zo objectief mogelijk heeft voorgesteld. Zij zette haar argumenten slechts kracht bij door steeds een historisch overzicht van het dijkstuk te schet sen, waar het geleerde gezelschap stil hield. Uit de meeste van deze overzichten, die veelal tot 1509 teruggingen, bleek reeds in voldoende mate de ernst van de staat waarin de waterstaat van het Hulsterambacht in 1562 verkeerde. Uit het grote aantal voorbeelden halen we er slechts één aan om te tonen dat de gelanden van Hulsterambacht in hun 'instructie tot visitatie' een redelijk ob jectief beeld hebben geschetst. We nemen daartoe de vele vermeldingen over de inundaties in 1552. In feite gaat het in dat jaar om twee afzonderlijke stormvloe den die tot inundaties hebben geleid. De eerste stormvloed vond plaats op 13 ja nuari, de tweede op 15 februari37. De instructie meldt het inlopen van de Haven polder die aan de oostzijde van de Hulsterhaven lag38. Drooglegging van deze polder vond door de abdij Boudelo plaats en was een vrij kostbare aangelegen heid geweest. De instructie wijst ten overvloede ook nog eens op de lotgevallen van de genoemde polder tijdens de stormvloeden van 1530 en 1532. Een docu ment dat betrekking heeft op werkzaamheden die Boudelo in 1548 aan de Ha- vendijk liet uitvoeren, onderschrijft de mededeling uit het visitatieverslag39. Uit dit document wordt echter niet duidelijk tegen welke kosten de drooglegging in 1530/32 heeft plaatsgevonden. De Rummersdijkpolder inundeerde volgens het visitatieverslag in 1552 ook. Uit het register van landpachten van het kapittel van Kortrijk over 1550/51, blijkt dat deze instelling in genoemde polder 18 gemeten bezat4". De ontvanger merkte bij de ontvangst van de landpacht het volgende op midts datter bijden inundatien vanden XlIIen van Lauwe XVc LII maer vloecht een grondtgat en twee brexemgaeten in vielen Uit de volgende re kening blijkt dat de beschadiging van Rummersdijk tot inundatie heeft geleid, want volgens een in de rekening genoemd kwijtschrift van 24 augustus 1552 be taalde het kapittel ten behoeve van het 'beversschen vanden voorn, polder' een bedrag van ruim 313 pond parisis. In een charter van abt Lucas van de Gentse St.-Baafsabdij van 11 juni 1552 wordt het inunderen van de Rummersdijkpolder in dat jaar bevestigd41. In navolging van de ontvanger van de goederen van de ab dij spreekt de abt zelfs over het tweemaal achter elkaar overstromen van Rum- 37. M.K.E. Gottschalk, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, dl. 2, De periode 1400-1600 (Assen 1975) 452 e.v. Vgl. ook A. de Kraker, 'Stormvloeden en overstromingen, 1552 en 1953', in: A.M.J. de Kraker, Harry van Royen en Marc E.E. de Smet, 'Over den Vier Ambachten' 750 Jaar Keure en 500jaar Graaf Jansdijk (Kloosterzande 1993), 193-201 38. De tekstuitgave hierna, p. 20. 39. RA Gent, fonds Boudelo, inv.nr. 2411, voorwaarden van een aanbesteding van de dijk van de Havenpolder van 20 februari 1548 (Utrecht). 'Bestedinghe ende voorwaerde vanden wereke besteedt te doene by Jan Wielandt als ontfanghere van Boudeloo int vullen van kiste nu nieu gheleyt binnen sdijckx int oude gadt ghevallen int jaer XXX inden Havenpoldre tusschen den huuse van Jan de Key- sere ende der stove en stampere van Cornelis ende Wim de Beedt'. De aangehechte rekening luidt: 'Dit naevolghende zijn de costen die dit jeghenwordich jaer XLVI11 ghesciet zijn aenden Haven bij den rabatte aendt het oude gadt daer den zeiven Havenpoldere laetst inundeerde int jaer XXX, XXXII ofte XXXIIItich.' 40. Rijksarchief Kortrijk, fonds O.L. Vr. Kapittel van Kortrijk, inv.nr. 107. 41. RA Gent, fonds Sint-Baafsabdij, reeks K-9922, afschrift van het charter van 11 juni 1552. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 39