Afb. 1. Gezicht op Brouwershaven van de zeezijde. 3e kwart 17e eeuw. ten uit de families Pous en Ockerse met voeten waren getreden. Ze hadden bij die gelegenheid Daniël Stoutenburg, de candidaat van hun eigen factie, in de steek gelaten en gestemd op diens zwager Stavenisse, die lid was van de andere 'vriendschap'. Pas na ernstige onenigheden was een nieuwe overeenkomst tot standgekomen, waarbij een aantal bestuurders de oorspronkelijk overwegend op familierelaties gebaseerde 'vriendschap' waarvan Job de Jonge9 nu het oudste lid was, had verruild voor de andere1". Sindsdien waren de verhoudingen weer wat gestabiliseerd en verliepen de ambtswisselingen zonder merkbare problemen. Zoals te verwachten was, (het ging immers om de verdeling van ambten en niet om een politiek programma) hebben factietegenstellingen tijdens de hier beschreven periode geen waarneem bare rol gespeeld. De persoonlijke verhoudingen echter, vooral die tussen Stou tenburg aan de ene kant en Gecommitteerde Raad Stavenisse en Johan Pous", die 9. 1594-1673; hij had in zijn loopbaan vrijwel alle door Zierikzee te vergeven ambten kortere of langere tijd bekleed, waaronder vijfmaal burgemeester (tot 1659), afgevaardigde ter Staten-Generaal (1631-1633 en 1659) en Gecommitteerde Raad (1659-1662). In 1667 was hij overigens niet meer de aktieve leider van zijn 'vriendschap'; als woordvoerders tijdens de factieonderhandelingen van 1667 vinden we o.m. de naam van zijn zoon, Johan de Jonge, die getrouwd geweest was met een zuster van Stoutenburg. 10. Waaronder natuurlijk ook de als meinedig betitelde leden van de families Pous en Ockerse. (P.D.de Vos, De vroedschap van Zierikzee, LIV e.v.) 11. 1617-1676; hij was tevens schepen en raad en in 1665 voor het eerst burgemeester geweest. Zijn moeder was Cornelia de Jonge, een oudere (half)zuster van Job de Jonge. Hij was ongehuwd. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 71