de Walcherse steden en Tholen verhinderd47. Veelbetekenend is bij dit alles de opmerking van de Gecommitteerde Raad van Tholen, die verklaarde dat de Zier ikzeese gedeputeerden toch bij hun vertrek hadden gezegd dat Stavenisse voor hen zou 'occuperen, die ook op de resumptie is geweest'. De discussie eindigde met de toezegging van de Zierikzeese gedeputeerden om de bestaande versie van de notulen nogmaals aan hun principalen te zullen voorleggen, zonder daarbij overigens op hun oordeel vooruit te willen lopen. Hierna was toen dan de al eer der beschreven kwestie van de troepenafdankingen aan de orde gekomen en na 'ernstige debatten en contra-debatten' hadden de deputaties van Zierikzee en Goes de vergadering verlaten. Zoals we ook al zagen, bleef alleen de Gecommit teerde Raad Stavenisse achter om, na nog wat gekrakeel (deze keer natuurlijk ook over wat er precies in de notulen moest komen) op de zestiende eveneens naar huis te vertrekken. Het lijkt duidelijk dat de raadpensionaris, blijkbaar met steun of op aandrang van vooral de Walcherse steden, op de 24e september van de afwezigheid van Zierikzeese gedeputeerden en de nonchalance (of onwil?) van Stavenisse gebruik heeft gemaakt om de notulen van de vorige zitting 'aan te vullen' in de door hem (en natuurlijk de prins) gewenste zin om op die manier de benoeming van Odijk er door te kunnen jagen. De Zierikzeese gedeputeerden mogen zich dan in de verwarring van een onvoorbereide vergadering en uit beleefdheid tegenover de prins misschien wat minder assertief en expliciet geuit en gedragen hebben dan ze doorgaans gewend waren, hun voorbehoud staat duidelijk in de Statennotulen en een beëdiging, die dat voorbehoud expliciet en voor iedereen duidelijk teniet zou hebben gedaan, zouden ze natuurlijk onmogelijk hebben kunnen laten passe ren. Uit alle beschikbare gegevens is ook duidelijk dat in Zierikzee in deze periode sprake moet zijn geweest van een vrij wankel machtsevenwicht tussen rivalise rende facties en personen. Bij de hoofdrolspelers daarin zijn vele menselijke ei genschappen te herkennen, goede en slechte, naïviteit echter niet. Het voldongen feit van Odijk's benoeming kan voor hen inhoudelijk niet echt belangrijk ge weest zijn, anders zou het Stavenisse zeker zijn comfortabele baantje gekost heb ben. Per slot van rekening had de Knuyt bewezen dat je van een Zeeuw op die post ook behoorlijk last kon hebben en hoe ruïneus Odijk voor het gewest zou worden, kon toen nog slechts worden vermoed. Het beschreven incident zal dus slechts de spreekwoordelijke druppel in de emmer van al ernstig verstoorde pro vinciale (machts)verhoudingen geweest zijn. Krachtmeting Voor de Zierikzeese Raad moet de uitgangspositie voor de korte termijn snel dui delijk geweest zijn: de eventuele schade in de relatie met het Oranjehuis was aangericht, maar de regering van het gewest had daarbij, gesteund door de Wal cherse steden en Tholen, in de zaak van de aanstelling van Odijk op aantoonbare wijze de regels van wet en politiek fatsoen geschonden. Die zaak terugdraaien was niet mogelijk en misschien niet eens belangrijk; er was bovendien in Zee- 47. RAZ, ASZ, inv.nr.3193, Aantekeningen over het voorgevallene in de Statenvergadering. 54

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 82