Een laatste groep is die van punten waarin, al of niet terecht, geklaagd werd over achterstellingen; zo zouden de vestingsteden Vlissingen en Tholen misbruik hebben gemaakt van provinciale fondsen bestemd voor de fortificatie, de Wal- cherse havensteden van die voor de oorlogsvloot en Middelburg van die voor de regeringsgebouwen. De meeste daarvan zullen ongetwijfeld een kern van waar heid bevat hebben, maar veel meer dan uitingen van particularisme en rancune zijn het wellicht niet geweest. In deze categorie valt ook de klacht over de 'ex cessieve' bedragen, die Gecommitteerde Raden buiten de Statenvergadering om hadden uitgegeven voor de financiering van de kolonie Suriname. Ook hier werd immers een vrijwel uitsluitend Walchers belang gediend, waarbij de Zierikzeese regenten geen enkel persoonlijk belang hadden60. Misverstand Zoals we al zagen, moest op 14 januari in de Statenvergadering opnieuw vastge steld worden dat Zierikzee niet gecompareerd was. Wel lag er een door Verheye geschreven brief van de negende, waarin ook nu weer werd ingegaan op de on rechtmatigheid van Odijk's benoeming, ditmaal met een uitvoerige juridische ar gumentatie, beginnend met het door Maria van Bourgondië verleende Privilege. De brief eindigde met een omineuze slotparagraaf, die misschien wel doorslag gevend is geweest voor de wat later door de Staten genomen beslissing tot mili taire actie. Na gesteld te hebben 'dat wij deze manier van doen, (strekkende tot ruïne en ondergang van de goede ingezetenen) zonder dat men enigszins aan convaincante redenen gelieft te defereren, niet langer in dezer voegen en kunnen aanzien maar, als getrouwe regenten en voorstanders van de hoogheid en gerech tigheid van den lande, daarjegens met alle bedenkelijke middelen gemeend zijn te voorzien en, naardien binnen alle hope van redres schijnt weggenomen', was men van mening dat niets anders resteerde 'dan onszelven te adresseren aan de gemene bondgenoten om door derzelver intercessie in allen dezen, een afkomste naar recht en billijkheid te erlangen'. Inmiddels waren eind december de Zierikzeese burgemeesters Stoutenburg en de Keyser opgevolgd door Johan Pous en Pieter Mogge62 en uit bovengenoemde brief kunnen we afleiden dat ook zij het totnutoe gevoerde beleid van compro misloze onverzettelijkheid hebben gesteund. Eveneens op 14 januari werden in Zierikzee twee Gecommitteerde Raden ont vangen, de zelden op de voorgrond tredende Middelburgse raadsheer Reynier van der Beke63 en de machtigste man van Vlissingen64, Caspar Ingels. De bezen- 60. M.v.d.Bijl, Idee en Interestbijl.XL. Op een lijst van 94 aandeelhouders van de West-Indische Compagnie uit 1679-1689 komt één Zierikseese regentennaam voor: Ockerse, voor het onbelangrijke bedrag van £.60.-. 61. RAZ, ASZ, inv.nr. 3190-1, Ingekomen stukken Rde Huybert, 9 jan. 1669. 62. 1612-1679: hij was tevens een van de rentmeesters van het eiland en in 1662 voor het eerst bur gemeester. Zijn eerste vrouw was een zuster van Daniel Stoutenburg. 63. Gecommitteerde Raad van 1661-1686, voordien raad en burgemeester van Middelburg (Smalle- gange, Cronijk van ZeelandMiddelburg 1696). Zijn naam komt op de presentielijsten van de Staten vergadering nauwelijks voor. 64. D.J.Roorda, Partij en factie (Groningen 1961), 225. Hij was Gecommitteerde Raad van 1654- 1679. 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 88