de actie aangewezen 6 compagnieën, twee uit Veere en vier uit Vlissingen, en die
'te geleiden binnen de stad van Brouwershaven en daar in garnizoen te houden
tot nader order'71. Een brief aan de magistraat van Brouwershaven, waarin die
van deze beslissing op de hoogte werd gebracht, is weliswaar van dezelfde da
tum, maar zou door van Vrijberghe worden overgebracht. Dat van de drie
Zeeuwse kolonels juist van Vrijberghe voor deze missie werd aangewezen, was
bepaald niet vanzelfsprekend; formeel waren de Staten van Zeeland niet eens be
voegd om een overplaatsing vanuit een buiten de provincie gelegen standplaats
te gelasten72 en de benoeming van zijn collega Gaspard de Mauregnault, die com
mandeur van Veere was73, zou meer voor de hand gelegen hebben. De omstandig
heid echter dat eerstgenoemde, behalve de in anciënniteit oudste Zeeuwse kolo
nel, ook de broer was van de Gecommitteerde Raad voor Tholen en de familie de
Mauregnault in Veere op dit moment 'onderliggende partij', zal mede gelet op
het precaire en politiek-riskante karakter van de expeditie, wel de doorslag heb
ben gegeven.
Kolonel van Vrijberghe vond zijn opdrachtbrief bij terugkomst uit Brugge op de
tweede februari74 en de volgende ochtend (zondag) om elf uur meldde hij zich al
bij het logies van Gecommitteerde Raden in Middelburg. Zijn broer overhan
digde hem daar zijn commissie (en de nodige onofficiële raadgevingen mogen
we aannemen) en met het 'lumieren' van de dag daarna ging hij,'beneffens een
smak, geladen met eenig ammunitie van oorlog75, te zeil'
De smalstad Brouwershaven moet voor de Staten van Zeeland, om een angli
cisme te gebruiken, al jaren een 'pijn in de nek' geweest zijn. De in 1620 mis
lukte poging om een stemhebbende stad te worden76, had de regeerders van die
stad blijkbaar in een permanente staat van verongelijktheid gebracht die al veel
conflicten had opgeleverd over alles wat tot de competentie van de Staten be
hoorde, zoals bijvoorbeeld de benoemingen en bevoegdheden van baljuws en
garnizoenscommandanten77, Nu zouden ze opnieuw gelegenheid krijgen hun
lange tenen te bezeren.
Op het 'hooft' van Brouwershaven aangekomen, besloot van Vrijberghe, alvo
rens zijn troepen te ontschepen, eerst zelf maar eens poolshoogte te gaan nemen
in de stad. Daarbij ontdekte hij al gauw dat de commandanten van de wat eerder
aangekomen Veerse compagnieën inmiddels al de eed aan de magistraat hadden
afgelegd. Aan het begin van het stadhouderloze tijdperk was in de zogenaamde
Grote Vergadering van de Staten-Generaal op het stuk van de militie onder meer
71. RAZ, ASZ, inv.nr. 1606-11, Uitgaande stukken Gecomm.Raden. Uit Vlissingen de compagnieën
Haersolte, Zuidtlandt, Baerlant en Viry en uit Veere die van Sidlenitzky en de Hase; ze krijgen op 2
februari hun patenten toegestuurd.
72. F.F.J. ten Raa en F. de Bas, Het Staatsche Leger (Breda 1911-1921) V, 27.
73. In een brief van 4 febr. meldt kolonel de Mauregnault het vertrek van de twee Veerse compag
nieën en maakt van de gelegenheid gebruik om zijn zoon aan te bevelen voor een hierdoor openge
vallen funktie (RAZ, ASZ, inv.nr. 1284, Ingekomen stukken Gecomm. Raden.)
74. Volgens zijn Journal gehouden in de expeditie tot Brouwershaven, aanwezig in het familiear
chief van Sypestijn in het Gemeentearchief Haarlem (inv. nr.837), waaraan meer van de hierna vol
gende bijzonderheden zijn ontleend.
75. Wagenaar (Vaderlandselie Historiën, XIII-413) weet te melden dat er ook nog 6 stukken ge
schut meegingen, maar dat wordt nergens bevestigd.
76. R.L.Koops in Brouwershaven 700jaar.
77. Notulen Zeeland, 12 mrt.1660, 26 mei 1665, 22 sept.1666, 19 apr.1667; RAZ, ASZ, inv.nr.663,
notulen Gecomm. Raden 25 apr.1668.
62