zowel op het punt van de afdanking van de waardgelders als dat van de afdracht van de belastingpenningen, nogal wat voorschot genomen hadden op de stand puntbepaling van hun principalen. Uit het feit dat noch over het in Middelburg bereikte resultaat, noch over het vrijgeven van de belastingpenningen (en dat moet toch wel gebeurd zijn), ook maar iets is genotuleerd, mogen we afleiden dat de meningsverschillen in de raadsvergadering zo hoog opgelopen zijn dat geen meerderheidsresolutie mogelijk is geweest. Het feit dat de samenstelling van de deputatie die uiteindelijk op de 23e febru ari in de Statenvergadering verscheen ongewijzigd was gebleven, wijst er welis waar op dat die zich staande has kunnen houden, maar dat is misschien meer schijn dan werkelijkheid geweest. De heren brachten namelijk een akte van reso lutie mee die in de Statennotulen moest worden overgenomen voordat tot bespre king van de grieven kon worden overgegaan. De in die akte vervatte 'reserven en protestatiën' bleken echter zo eenzijdig en expliciet geformuleerd, dat de andere statenleden niet bereid waren om die zonder weerwoord op te nemen, reden waarom ze Zierikzee verzochten om de nota in te trekken. Uit de aantekeningen van die dag1''' blijkt ditmaal ook volledige unanimiteit onder de andere leden; de raadpensionaris wees nog eens op de gevolgen voor de 'posteriteit' en de Mid delburgse afgevaardigde verwoordde blijkbaar het algemene gevoelen door te verzoeken dat het protest zou worden ingetrokken zonder er iets over in de notu len te vermelden. Toen daarna bleek dat de Zierikzeese gedeputeerden geen en kele ruimte hadden gekregen om concessies te doen (en ook niet bereid om nog een keer hun nek uit te steken) werden ze, na nog een herhaling van zetten op de volgende dag, verzocht om hun lastgevers zo spoedig mogelijk aan te schrijven om een nieuwe impasse te voorkomen. Pas toen lijkt het verzet op het thuisfront gebroken te zijn: de Zierikzeese akte van resolutie is nooit meer aan de orde ge komen en alle betrokkenen zijn blijkbaar mèt Middelburg tot de conclusie geko men dat het maar beter was om ook de inhoud van dit document aan het nage slacht te onthouden. Satisfactie Na deze zoektocht naar de werkelijke gebeurtenissen achter de uitwisseling van hele en halve onwaarheden, die de Zeeuwse bestuurders kennelijk nogal eens no dig vonden om gezichtsverlies bij hun nazaten en andere pottenkijkers te voorko men, zal het niet verbazen dat ook de inhoudelijke beantwoording van de door Zierikzee in haar deductie van november 1668 opgesomde grieven, maar gedeel telijk en voor een deel niet als zodanig herkenbaar kon worden opgespoord. Wel kan vastgesteld worden dat vrijwel alle punten in de Statenvergadering aan de orde gekomen zijn en dat Zierikzee daarbij in veel opzichten iets bereikt heeft. De al genoemde zware commissie die op 31 januari benoemd was en ook de onderhandelingen gevoerd had met de naar Middelburg gekomen Zierikzeese de putatie, was eigenlijk voor dit doel gevormd"". Het 'stuk van de Finantie' was 99. RAZ. ASZ, Aantekeningen uit de Statenvergaderingen, inv.nr.3193. 100. Zie nootnr. 88. Odijk had zich 'van deze commissie geëxcuseerd'. 101. GASD, SAZ, inv.nr. 170, Concept-resoluties 27 jan. 1669. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 96