van nieuwe burgemeesters. Zijn zoon werd bij die gelegenheid zonder problemen
herbenoemd als secretaris en pensionaris108.
Stoutenberg en Stavenisse hebben zich slechte verliezers getoond: eerstge
noemde betitelde tijdens een scheldpartij in juli 1673, de nieuwe magistraat zelfs
als 'onwettig'109.
Op voorstel van de burgerdeputatie (met advies van elders, mogen we wel
aannemen) werd het raadsleden in het vervolg verboden om tegelijkertijd ook
een rentmeesters- of ontvangersambt te bekleden: de stad zou dus het belangrijke
(belasting)pressiemiddel nooit meer kunnen gebruiken.
108. De Vos, De vroedschap van ZierikzeeLIX.
109. Enkele herbenoemde raadsleden (J. de Witte, J. Hoffer), die tevens een rentmeesterfunktie be
kleedden, mochten kiezen tussen beide, nu onverenigbare functies. Stoutenburgh, die ook rentmeester
geestelijke goederen was, kreeg die keuze niet.
71