TEGELS OP WALCHEREN
DE BETEGELING VAN HET HOF VAN ZEELAND IN DE 17E EEUW
Arend Jan Gierveld
Kort overzicht Nederlandse majolica
Alvorens de aandacht van de lezers van het Archief gevraagd kan worden voor de
geschiedenis van de wandtegel zoals deze aangetroffen wordt op Walcheren, is
wellicht een korte uiteenzetting wenselijk van wat algemeen bekend is over het
ontstaan van de vroege Nederlandse majolica. Onder majolica worden kwaliteits
producten van aardewerk verstaan, die na eenmaal gebakken te zijn, voorzien
worden van een laag tinglazuur; op deze witte ondergrond worden blauwe of
veelkleurige, vlakkenvullende decors geschilderd, waarna ze voor de tweede
keer in de oven gaan opdat een eenheid van ondergrond en glazuur wordt verkre
gen. Het aardewerk werd gemaakt van klei uit de omgeving, die vermengd werd
met van elders aangevoerde aarde, om de kwaliteit van de massa te verbeteren'.
Ook is er aardewerk gemaakt van uitsluitend uitheemse plateelaarde.
De kleuren voor het versieren werden uit vrij kostbare metaaloxiden bereid.
De meest gangbare producten in onze streken waren borden en tegels; vaatwerk
wordt minder vaak aangetroffen. De achterkant van de majolicaborden werd
voorzien van een laag loodglazuur, samenhangend met de plaatsing van de bor
den in de oven. De achterkant van de wandtegels bleef daarentegen ongegla
zuurd. De bloeiperiode van de Nederlandse majolica werd bedreigd door de in
voer van het superieur geachte Chinese porselein dat vanaf het prille begin van
de 17e eeuw door de retourvloten van de V.O.C. werd aangevoerd. Interessant is
het antwoord van de Nederlandse majolicabakkers op deze invoer. Men ge
bruikte namelijk een decoratiewij ze van het Chinese porselein als omlijsting van
traditionele majolicadecors.
Omdat majolica een luxeproduct was, vond het afzet waar welvaart was. Zo
was het al eeuwenlang bekend in de wereld van de islam. In de 15e eeuw waren
er veel majolicabakkers in Noord-Italië en enkelen van hen zochten in het begin
van de 16e eeuw een bestaan op te bouwen in het toen zeer rijke Antwerpen. De
bekendste van hen was Guido di Savino, alias Guido Andries, die de stamvader
werd van een familie majolicabakkers. Zijn producten waren niet alleen in de
Scheldestad zeer in trek, maar vonden hun weg ook naar meer noordelijke ge
westen. De Antwerpse majolica-tegels waren zeer gewild en werden op bestel
ling van vorsten en prelaten geleverd als vloertegel, waarvoor ze niet slijtvast ge
noeg bleken, of als tableaus aan de wand2.
Eerst omstreeks 1560 kwam de massaproductie van de wandtegel op gang. Uit
de tot nu toe verschenen publicaties over Antwerpse majolica blijkt niet dat de
wandtegel als massaproduct grote afzet in de Zuidelijke Nederlanden vond. De
crisis in de nijverheid die daar midden jaren zestig inzette was een gevolg van
het dalend welvaartspeil in de Spaanse Nederlanden en van de belemmeringen
van de export'. In geen enkele publicatie wordt melding gemaakt van partijen
laat-16e en vroeg-17e eeuwse wandtegels met een eigen decor, geen deel uitma
kend van een tableau, die aan de wanden van Antwerpse binnenhuizen werden