2. De jaarlijkse declaraties van alle ambachtslieden die werkten aan de gebou wen van het Hof van Zeeland, de voormalige abdij in Middelburg, stukken die niet in het stedelijk archief thuishoorden, omdat de in 1574 geconfisqueerde ab dij het bestuurscentrum voor heel Zeeland werd. Een flink aantal vertrekken was gereserveerd voor de Prins van Oranje met zijn gevolg: 'Het Prinsenlogement'. De Prins nam als 'Eerste Edele' in Zeeland de plaats in die vroeger de abt had. Omdat de Prins in Den Haag woonde, werd hij in Middelburg vertegenwoordigd door zijn 'Representant', in feite de machtigste man in Zeeland. Ook hij had een ambtswoning, evenals de Raadpensionaris en de heren van het dagelijks bestuur van Zeeland, de Gecommitteerde Raden, de zes permanente afgevaardigden van de zes 'goede steden van Zeeland' er elk een hadden. De overige ruimten werden gebruikt als woning voor allerlei hoge provinciale ambtenaren en hun bedienden en voor kantoren, zoals dat van de Rekenkamer. Voorts was er nog het 'Heeren logement', uitsluitend bestemd voor de afgevaardigden uit de Zeeuwse steden als ze in Middelburg enige tijd bijeen waren voor de Statenvergadering (afb. 1 Die jaarlijkse declaraties ('acquitten') van de officieel aangestelde ambachtslie den van 1603 tot 1795 bleven integraal, zij het met enige hiaten tussen 1625 en 1635, bewaard. Hierbij bevinden zich ook de jaardeclaraties van 's lands metse laar. Per jaar moet hij verantwoorden in welke panden hij heeft gewerkt, op Afb. 1. De binnenplaats van de Abdij van Middelburg, het 'Hof van Zeeland'. Gra vure naar Adriaen van de Venne in J. Cats, Sinn' en Minne-beelden (1618), 106. Links het toen recent gebouwde 'Thoolse huis', in het midden met de boogvensters de voormalige abtswoning, de latere ambtswoning voor de afgevaardigde van Vlissin- gen en rechts het 'Prinsenlogement.RAZ, ZG, Zei. III. 11-494. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1997 | | pagina 30