Afb. 2. Afbeelding van een zitting van
de Rekenkamer van Zeeland, 1647.
RAZ, ZGZei III. III-53J.
welke dagen en hoelang hij en zijn knechten arbeidden en welke materialen zij
verwerkten. Deze declaraties werden in de Rekenkamer secuur gecontroleerd, al
vorens hij zijn geld kreeg (afb. 2).
In het voorjaar van 1996 heb ik in een aantal korte perioden in het Rijksarchief
van Zeeland alle jaarlijkse declaraties van 1603-1680 nagezocht, en voorts na
1680 als steekproef een enkel jaar tot 1750. Zo ontstond een waardevolle verza
meling 17e-eeuwse gegevens over het plaatsen van tegels met hun benamingen
en hun prijzen, maar evenzo van allerlei typen en formaten plavuizen. Een bron
van groot belang, want waar is iets vergelijkbaars te vinden? De tegelgeschiede
nis van een aantal Middelburgse huizen van de meest prominente Zeeuwen van
jaar tot jaar over bijna twee eeuwen! Veel van deze rekeningen waren na de con
trole door de Zeeuwse Rekenkamer niet weer ingezien! Hel droogzand zat nog
op de inkt van groot uitgevallen hoofdletters en rolde er bij eerste aanraking af.
In Zeeland kende men wel guldens en stuivers als munt, maar men rekende in
ponden Vlaams gelijk aan zes guldens. Het pond werd verdeeld in 20 schel
lingen, elk gelijk aan zes stuivers, terwijl een schelling twaalf groten telde, elk
gelijk aan een halve stuiver. In de Middelburgse archivalia wordt niet geschreven
over 'tegels', maar over 'steenkens' of 'geschilderde of galeyerse steenkens' en
in het eerste kwart van de 17e eeuw ook over 'geschilderde plavuiskens'1'1.
De betegeling van de verblijven in het Hof van Zeeland vond in fasen plaats.
Aangezien er over de periode tot 1603 niets bekend is, kunnen we alleen een
beeld krijgen van de 17e en 18e eeuw. Voor de 17e eeuw kunnen drie fasen wor
den onderscheiden:
1600-1625, de periode van de plaatsing en betegeling van de schouwen met
veelkleurige, vrij kostbare tegels15.
1625-1650. de periode waarin wat eenvoudiger uitgevoerde tegels als plint en
5