^7{hi ee5 (NVvc^ als lambrisering worden toegepast, zoals men dat kan zien op schilderijen van in terieurs uit die tijd, bijvoorbeeld van die van Pieter de Hoogh uit de jaren vijftig. 1650-1700. de periode waarin hele wanden, voornamelijk van gangen, achter huizen en keukens worden betegeld, vooral met witte tegels of met tegels met kleine blauwe voorstellingen. Deze periode lijkt in de 18e eeuw te zijn voortge zet. De eerste fase 1600-1625 Tussen 1603 en 1625 worden er bijna 30 schouwen geplaatst, aanvankelijk met haardstenen, tot in 1615 waarschijnlijk alle schouwen van ijzeren haardplaten ('haardijzers') worden voorzien. In 1603 werden in de ambtswoning van Jacques de Malderee, de vertegenwoordiger van de Eerste Edele, de Prins van Oranje, 50 lieerdtsteenkens met een croone[tegenwoordig 'deksteen' genoemd] aange bracht voor 0-7-3, d.w.z. 0 pond, 7 schellingen en 3 groten [f 2,17'/:] en in 1614 werd daar een 'haardijzer' voor 8-0-0 geleverd. In het jaar daarop vond de grote leverantie van 'haardijzers' plaats, voor de grote som van 189-6-0. Haardstenen zijn dan uit de mode"'. [U C O Afb. 3. Detail van cle declaratie van de landsmetselaar over het jaar 1609, wegens werkzaamheden aan hel 'Prinsenlogement'de ambtswoning van de vertegenwoordi ger van de Prins van Oranje, Jht: Jacques de Malderee. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1997 | | pagina 32