Ook bij 1621 vinden we de eerste vermelding van plinttegels: 'In de salette om
richels in te brecken en de pluiskens rontomme gheset, [hiertoe] gelevert 87 ghe-
schilderde pluiskens [plavuiskens] tot 4 groten het stuck 1-9-0 10 cent].' Dit
betekent ruim 11 meter plint23.
In de declaratie over 1619 vinden we dat de metselaar gewerkt heeft in keuken
van de ambtswoning van de Gecommitteerde van Vlissingen, Ingel Leunissen, en
dat daar 63 'pluiskens gesteld' zijn 'aan de back' [gootsteen of waterbak?]. Deze
tegels kostten maar 57: cent. waarschijnlijk gaat het hier om tegels van tweede
keus24. Een jaar later worden er in dit huis 30 bloempottegels van 10 cent stuk
gezet 'aen de regenback". Het is een halve dag werk voor de metselaar en zijn
knecht en men gebruikt 17: spint tras en een half 'achtendeel kalck'25.
Hel is bekend dal de veelkleurige bloempottegels en tegels met composities
van goudsbloemen in het eerste kwart van de 17e eeuw erg populair waren. Op
vallend is echter dat in 1617 op de 'juffrouwenkamer' in de ambtswoning van de
Admiraal van Zeeland tegels met een afbeelding van tulpen worden gezet: 125
stuks 'dobbeltulpaen' van 14 cent; ook in 1619 worden tulptegels geplaatst, nu
niet 'dubbele*, maar gewone 'tulpaen'tegels van 10 cent26. Tegels met bloemen
en zeker die met tulpen werden al in hel eerste kwart van de 17e eeuw vervaar
digd.
De tweede fase 1625-1650
De declaraties van de metselaar in deze periode zijn onvolledig. Bij de aanwe
zige declaraties van 1625-1633 ontbreken de rekeningen van de metselaar of ze
geven geen informatie over geplaatste tegels. De eerste gegevens zijn uit 163427.
Na 1621 is er alleen sprake van 'geschilderde plavuiskens' zonder nadere decora
tieaanduiding. De omschrijving hangt af van de declarerende aangestelde lands-
metselaar. In 1634 werden 18 geleyersche witte en blaue steentgens' gezet. Mis
schien gaat het hier en later om de bekende tegels met een dambordmotief. Ze
kostten maar de helft van de vroegere veelkleurige tegels (5 cent). De andere 'ge
leyersche steengens' kostten iets meer, maar niet meer dan 3 groten per stuk (772
cent). Als voorbeeld van de omschrijving door de nieuwe lands-metselaar Abra
ham Biestman volgt hier uit zijn eerste declaratie over 163528:
In de ambtswoning van de raadsheer Johan de Moor (Gecommitteerde van Vlis
singen):
'800 gleyerse steenkens blompotten tot ieder
hondert 18 schellingen
112 gleyerse steenkens Ruytcn gesel in earner ende
aen traap
36 gleyerse stenkens blompotten geset in de
Syetcaemer, coemen ten lesten [op]
In de ambtswoning van de Raadpensionaris De Wille:
"175 gleyse stenkens hembachten [=ambachten| het
hondert tot 6 gulden en I haelf 1-17-1 [67;cenl|'
7-4-0 [stuksprijs 5.4 centj
1-0-0 [5,4 cent]
0-6-4 [5,4 cent]'
9