'Wij burgemeesters, scepenen ende raedt der stadt van Middelburgh in Zeelandt
bekennen op huyden date [datum] deser veraccordeert te wesen met Joris An-
driesz, van Antwerpen gheboren, geleyerspottebacker, dat hij met zijne familie
hier com men wonen zal ende binnen deser stadt doen de voorscr. neringhe van
galeyersche potten te backen, ende dat dezelve neringhe omgaen zal als pavey-
sels ende andere, ende en zal binnen deser stadt ende daarbuyten ander gheen
werck slyten oft vercoopen. dan dat binnen deser stadt ghemaeckt zal wesen by
hem ende sijnen volcke, midts dat hij van de stadt Middelburgh voorscr. [voor
schreven, voornoemd] ghenieten ende profiteren zal driejaren langh ghedurende
7 ponden gr. VI. tsjaers 42] ende naer de drie jaren gheëxpireert zullen we
sen. zullen wy regart nemen op de augmentatie van de neringhe, deur dien voor
scr. Joris hier ghedaen commen, ende naer advenant van dien dienzei ven conti
nueren de voorscr. profite ofte ontzegghen, naerdat wij bevinden zullen des
stadts profijt ende oorbar te wesen. Des toorconde hebben wij dese den voorscr.
Joris Andriesz. doen geven onder de signature van onsen secretaris Zagarus, op
den XVIlIen Januarij anno 1564, stijl hofs van Hol landt'.
De datering vereist toelichting: De stijl van het Hof van Holland is de 'Paasstijl',
d.w.z. dat het nieuwe jaarcijfer niet op 1 januari, maar op Pasen begon; in 1565
viel Pasen op 22 april, de eerste datum met het jaartal 1565. 18 januari 1564 valt
dus in ons jaar 156558. In alle belangrijke Nederlandse publicaties over Neder
landse majolica, van 1922 tot de meest recente, wordt het onjuiste jaar 1564 als
het begin van de werkplaats van Joris Andries(z) te Middelburg gegeven.
De eerste betaling is ook door Unger gepubliceerd: 'Betaclt Joris Andries'-
zone, geleyersbackere, over zijn eerste jaer van zijn recompens ende verlichte-
nisse zyner neerynge ende huyshuere volgende zekere acte, hem dairvan by
burchmeester ende scepenen gejonnen in date den XVIIIen January XVc ende
LXIIII stilo tshoeff van Holland 18 jan. 1565], verscenen den XVIIIen Janu
ary naer Hol landt LXV 18 jan. 1566], blijckende by zijnder wuitantie, hier
overgeleverl, de somme van 7 gr.' Latere betalingen zijn niet bekend. Ook
Adriaan Ingelsz, die in zich maart 1565 in Middelburg had gevestigd, kreeg drie
jaren lang een toelage, echter niet van 7, maar van 4 per jaar59.
De waarschijnlijk protestante Joris Andries(z), zoon van Guido Andries, was
vermoedelijk uit Antwerpen vertrokken vanwege de godsdienstonlusten; in Mid
delburg woedde in 1566 de Beeldenstorm, waarna in 1567 het gezag van Philips
II werd hersteld, de rooms-katholieke kerk weer oppermachtig was en de calvi
nistische heethoofden werden berecht, voorzover zij niet gevlucht waren"". An-
dries(z) behoorde niet tot de beeldenstormers, maar heeft het roerige Middelburg
toch spoedig verlaten. Vanaf 1567 werkt hij waarschijnlijk korte tijd samen met
zijn jongere broer Jasper in Norwich, noordoostelijk van Londen. In het ledenre-
gister van de Nederlandse vluchtelingenkerk van Norwich staal dat hij daar bin
nenkwam in 1567: 'Georgius Andree, figulus, cum uxore et puero ex Brabantia
hue venit Anno 1567' [Joris Andries(z), pottenbakker, met vrouw en kind uit Bra
bant is hier in 1567 gekomen]. Broer Jasper was ook lid van deze 'Dutch
Church'"1.
De productie van Joris Andries te Middelburg kan niet groot geweest zijn, ze
ker niet als hij eerst nog een oven moest laten bouwen. Tot nu toe werd zijn naam
alleen verbonden aan drie kleine apothekerspotjes (albarelli) van majolica die ge
vonden zijn bij de afbraak van de conciërgewoning die grensde aan de 'firmerie-
20