NOTEN 1. J. Van Roey, 'De bevolking*, in: Antwerpen in de XVJde eeuw (Antwerpen 1975) 95-108. 2. H. den Haan, Moedernegotie en grote vaart. Een studie over de expansie van het Hollandse handelskapitaal in de 16de en 17de eeuw (Amsterdam 1977) 61-63 en 68-69. 3. F.S. Gaastra, De geschiedenis van de VOC (Leiden 199113-15. 4. Den Haan, Moedernegotie61-69. 5. Idem, 79-88; Gaastra, De geschiedenis. 15-20. 6. Den Haan, Moedernegotie. 107-111 en 214-215; J.G. van Dillen. Het Oudste aandeelhoudersre gister van de Kamer Amsterdam der Oost-Indische Compagnie.(Werken uitgegeven door het Neder- iandsch Economisch-Historisch Archief 14. 's-Gravenhage 1958) 49-72. 254-255 en inlegblad bij p. 60-61 van oktober 1958: J. Van Roey, 'Enkele Antwerpse aantekeningen bij het oudste aandeelhou dersregister van de Kamer Amsterdam der Oost-Indische Compagnie',in: Liber amicorum Jhr. Mr. C.C. van Valkenburg ('s-Gravenhage 1985). 251-254. 7. Den Haan, Moedernegotie. 107-109 en 213: W.S. Unger. "Het inschrijvingsregister van de Ka mer Zeeland der Verenigde Oost-Indische Compagnie', in: Economisch-Historisch Jaarboek 24 (1950) 1-33. 8. Voor de aandeelhouderslijst van 1612 zie: Van Dillen, Het Oudste aandeelhoudersregister. 259; Den Haan. Moedernegotie. 214-215 en 219. In die lijst kwamen 12 namen voor van Zuid-Nederlan ders die we nog niet hadden ontmoet als bewindhebber of als grote participant. Het gaat om Leonard Ranst. Philippe Metsu en Jacques Merchijs. Deonys Bave. Francois Boudewijns. Jan Jansz, Kaerel dc jonge, Jacques Verbeeck, Balthasar Jacot. Jan Stassarl. Maximiliaen van Geel, Jacques de Velaer de jonge en Hans Thijs. Laatstgenoemde wordt door Van Dillen en Den Haan verkeerdelijk tot de Noord-Nederlanders gerekend (Van Roey. Enkele Antwerpse aantekeningen. 252). 9. Den Haan. Moedernegotie. 209-210. 10. W. Brulez, De firma delta Faille en de internationale handel van Vlaamse firma's in de 16de eeuw (Brussel 1959) 35-36 en 236. 11. De gedwongen lening van april 1574 werd gepubliceerd in Antwerpsch Archievenblad. Ie reeks 22. 217-288. Dc geldschieters werden in de volgende vermogensgroepen onderverdeeld: - 2.001 a 8.000 gulden (de allerrijksten 1- 1.001 a 2.000 gulden (de allerrijksten 2) - 501 a 1.000 gulden (de gefortuncerden 1- 251 a 500 gulden (de gefortuneerden 2) - 126 a 250 gulden (de gefortuneerden 3) - 63 a 125 gulden (de weistellenden 1) - 32 a 62 gulden (de welstellenden 2) - 16 a 31 gulden (de welstellenden 3) - 8 a 15 gulden (de lager getaxeerden I- I a 17 gulden (de lager getaxeerden 2) De hoogste vijf klassen (allerrijksten en gefortuneerden) bestonden uit ca. 350 personen en betaalden gemiddeld 64() gulden. Zie ook Brulez. De firma. 222-223. \2. F. Prims. "De taxatie van 300 personen (24 October 1579)", in: Beelden uit den Cultuurstrijd (1577-1585). dl.l; Antwerpiensia 15 (1941), 179-191. Het betrof een maandelijkse quotisatie, door 300 personen te betalen gedurende drie maanden. Er waren slechts vijf klassen: - 1.000 gulden per maand 15 personen) - 400 gulden per maand (25 personen) - 200 gulden per maand (60 personen) - 100 gulden per maand 100 personen) - 50 gulden per maand (100 personen). 13. Stadsarchief Antwerpen, Rekenkamer 2417-2437, 2439-2441 en 2433. J. Van Roey die deze be lastingkohieren bewerkte, was zo vriendelijk ons zijn per wijk geordend kaartensysteem ter beschik king te stellen, waarvoor hartelijk dank. Die kaarten bevatten in vele gevallen ook nog bijkomende informatie uit andere bronnen. Ook de informatie van mevr. G. De Geldere die de gegevens van 1584-1585 in een databank verwerkt, was zeer bruikbaar. Over die quotisaties: J. Van Roey. "Socio- economische structuren en godsdienstkeuze. De correlatie tussen het sociale beroepsmilieu en de godsdienstkeuze te Antwerpen op hel einde van de 16de eeuw", in: Bronnen voor de religieuze ge schiedenis van België (Bibliolhèque de la Revue d'Histoire ecclésiastique 47. Leuven 1968) 239-257. De maandelijkse bijdragen werden ook in 10 klassen onderverdeeld: -meer dan 150 gulden (allerrijksten 1) - 150 gulden (allerrijksten 2) - 100 a 149 gulden (gefortuneerden 1) - 50 a 99 gulden (gefortuneerden 2) - 26 a 49 gulden (gefortuneerden 3) - 13 a 25 gulden (welstellenden 1) -6a 12 gulden (welstellenden 2) - 2 gulden 10stuivers a5 gulden (welstellenden 3) - 1 gulden 10 stuivers a 2 gulden (lager getaxeerden 1) - 10 stuivers a 1 gulden (lager getaxeerden 2) In totaal werden er 4.687 personen aangeslagen van wie er 2.436 in de eerste acht klassen vielen. 14. Van Dillen, Het oudste aandeelhoudersregister. 107-108 en 259; Den Haan, Moedernegotie. 214. Voor de Antwerpse gegevens van 1574, 1579 en 1584-1585 verwijzen we naar voetnoten II, 12 en 13. 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1997 | | pagina 89