het einde van de vijftiende eeuw blijkt dat men daar de verschillende uitgaven in hoofdstukken ordent, 'kapittels' genaamd. Kesteloo constateert dat de boeken vooraf ingedeeld worden. In de Veerse rekening is een kasboekachtige notering gangbaar, waarbij de volgorde van de posten vermoedelijk bepaald wordt door het moment waarop de uitgaven gedaan worden. Zo staan de wedden altijd aan het eind van de week. Deze nog primitieve vorm van boekhouden kan een ge volg zijn van de zelfstandige positie van de heer van Veere; in Middelburg is de invloed van het landsheerlijk gezag groter. De Bourgondische rekenkamer ver sterkt tijdens het bewind van Philips het toezicht op de financiën van de steden, waarbij instructies gegeven worden voor een planmatiger opzet. Ook dit aspect van het financiële beheer verdient in de toekomst nadere studie6. Veel uitgaven hebben betrekking op publieke werken. Er wordt in dit jaar aan nogal wat nieuwe zaken gewerkt, zoals een nieuwe kraan, een nieuw waakhuis, een nieuwe steiger. Ook dijkversterking aan de noordzijde van de stad en huis houdelijke uitgaven voor het 'stedehuus' treffen we aan. De salarissen van de stadsfunctionarissen staan soms per maand, soms per halfjaar of jaar genoteerd. Een aantal malen moet meester Willem de 'hangeman', uit Middelburg komen om mensen te pijnigen of terecht te stellen. Hij komt in de Middelburgse reke ningen voor onder de benaming: 'executeur van den zwaarde'7. Aangezien het rechterlijk archief van Veere pas vanaf 1470 is overgeleverd is het jammer ge noeg niet mogelijk nadere informatie te krijgen over deze zaken. Voor een andere belangrijke categorie posten valt het op hoezeer heer Hendrik de touwtjes in han den heeft met betrekking tot naar buiten toe gerichte activiteiten. Reizen en re presentatie geschieden op één uitzondering na allemaal 'bi bevele mijns heere'. Het ontbreken van uitgaven voor de betaling van lijfrenten is opvallend. Veel steden belanden aan het eind van de vijftiende eeuw in grote problemen door deze methode van financieren, waartoe men zijn toevlucht neemt doordat de kerk het vragen van rente over geleend geld verbiedt. Ter illustratie: in 1460 moest de stad Middelburg aan lijfrenten 624 lb. 3 s. 6 d. betalens. De rekening sluit af met het afhoren van de posten en het voor akkoord teke nen door heer Hendrik en de notitie dat het nog verschuldigde in januari 1468 door de burgemeesters betaald is. Er zijn dus in dit jaar meer inkomsten dan uit gaven! De Brakke vermeldt in dit verband iets interessants9, namelijk dat Hen drik in 1466 een verdeling van de opbrengsten van diverse goederen maakt met zijn zoon Wollert. De opbrengst van hetgeen de burgemeesters overhouden gaat bij deze verdeling naar Hendrik, terwijl bijvoorbeeld hetgeen de rentmeester van Veere meer int dan uitgeeft voortaan naar Wolfert gaat. In 1466 was er ook een batig slot, want vermeld wordt: 'Eerst den ontfanc van den buerchmeesters van der Vere boven hueren vutgevene liep Vc XXXVIII pond XIII s.\ Opmerkelijk in een tijd waarin veel steden in ernstige financiële problemen verkeren. De rekening is netjes en nauwkeurig opgesteld, er zijn weinig doorhalingen, zowel in de tekst als in de bedragen. Ook zijn er geen rekenfouten blijven staan. De schrijver van het handschrift kan niet met volledige zekerheid geïdentificeerd worden, maar het ligt voor de hand dat dit Pieter van Belle was, de in de reke ning voorkomende stadsklerk. In de marge zijn hier en daar krassen met inkt te zien waarschijnlijk van een latere archivaris; zo staat er bij elke post betreffende de betaling van de bode, molenaar etc. een kruis in vulpeninkt. Bij de transcriptie werden een tweetal problemen als volgt opgelost: de 'i' en de 'j 'zijn getranscri beerd zoals ze in de tekst voorkomen. De 'ij' heeft in het handschrift vaak een 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1997 | | pagina 94