acht de grootte van het betreffende schip. De heer van Veere antwoordt in
1467/68 dat men hier tevreden mee moet zijn. want dat dit ooit met de rentmees
ter is overeengekomen. Eigenlijk is het zo: 'als die scepe binnen der vriheit van
der Veere lagen, soe en plagen sij gheen ancrage te geven'. In 1470/71 bericht hij
(nogmaals) die 6 schellingen wel te willen blijven betalen hoewel hij een brief
heeft 'van den prince' dat de inkomsten eigenlijk helemaal aan hem toe behoren.
Vanaf die tijd worden in de ankerage lijsten de te Veere binnengekomen schepen
apart genoteerd. De door Sneller hiervan gemaakte tabel wordt ter illustratie nog
maals afgedrukt. De tabel geeft een goed beeld van het aandeel van Veere in de
op Walcheren binnenkomende scheepvaart in de periode van 1469 tot 1477".
Besluit
Doel van deze uitgave is een het toegankelijk maken van een bron voor verdere
studie, zoals aan het begin van de inleiding al werd geschetst, maar hopelijk ver
mag ook de 'kleine geschiedenis' de lezer te boeien, zoals het beeld dat ons bij le
zing van deze rekening voor ogen komt van de voerman Heyn Quaetpaert, die in
weer en wind stenen vervoert; meester Willem de hangeman, die zijn in onze ogen
gruwelijk werk doet en het voortdurende bouwen aan en onderhouden van de stad.
72