Nieuw in plaats van oud, zij het ook nog altijd met behoud van een deel dei- voorhanden bouwsubstantie, werd alleen de kerk van Colijnsplaat, waarde stads bouwmeester van Zierikzee Johannes van Es in 1769 hel toen bestaande gebouw, dat bouwvallig en te klein geworden was, door hel thans bestaande verving"'. Voorts vallen er, voor de jaren tachtig, nog kort na elkaar twee nieuwe kerkstich tingen te vermelden, elk op een andere oever van de Westerschelde. In Staats- Vlaanderen kwam in een in 1778 op kosten van de Zeeuwse Staten en de Gene raliteit bedijkte nieuwe polder het dorp Hoofdplaat tot stand, dat in 1783-1785 naar ontwerp van de Zeeuwse landsarchitect Coenraad Kayser van een kerkje werd voorzien17. In 1786 werd ten gevolge van een resolutie van de Raad van State op het uiterste oostpuntje van Zuid-Beveland Fort Bath gesticht, dat het in de plaats van de meer stroomopwaarts gelegen forten Lillo en Liefkenshoek, die 8 november tevoren bij het Verdrag van Fontainebleau aan Oostenrijk waren af gestaan, in noodgevallen mogelijk moest maken om de Schelde af te sluiten18. Voor de hier op te richten gereformeerde gemeente maakte vermoedelijk Kaysers opvolger Abraham Voerman in 1792 het bewaard gebleven ontwerp, dat evenwel wegens geldgebrek niet werd uitgevoerd, zodat men het lol 1829 met een omge bouwd pakhuis moest doen19. Zowel in Hoofdplaat als in Bath voorzag het project van Kayser daarbij be halve in een kerk ook in een pastorie en een school, die ais eikaars tegenhangers symmetrisch ter weerszijden van het kerkgebouw werden gesitueerd, maar alleen in het eerste geval zijn deze - met de kerk - daadwerkelijk uitgevoerd. In Bath bleven namelijk ook zij uileindelijk achterwege. Ofschoon de Gereformeerde Kerk tot de Bataafse Omwenteling hel enige van staatswege erkende en dientengevolge financieel ondersteunde kerkgenootschap vormde, was er ook voor de andere gezindten op bouwkundig vlak in de loop van de achttiende eeuw steeds meer mogelijk. Onder de protestantse dissenters vallen vooral de lutheranen op, die toen hooguit een paar procent van de Zeeuwse bevolking uitmaakten en voornamelijk in enkele steden en stadjes wa ren geconcentreerd. In 1735 bouwden zij in Vlissingen een nieuwe kerk, in 1742 in Middelburg, in 1743 in Groede, in 1755 namen zij in Zierikzee de Schotse Kerk - ooit huiskapel van de Hof van Ravestein - na een grondige verbouwing en vergroting over0 en in 1778 werd hel Vlissingse kerkgebouw weer uitgebreid-'. 16. Daarover uitgebreid: l.H. Vogel-Wessels Boer, 'De Hervormde Kerk van Colijnsplaat', Bulletin van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken, no.27 (.1991), 10-20. 17. Daarover: R. Willemsen. Hoofdplaat, een dorp achter een dijk, Alphen a/d Rijn 1978. 59-62; [J.P. van de Ameele'J. 'De Nederlandse Hervormde Kerk te Hoofdplaat', Mededelingen van de Heem kundige Kring West-Zeeniw-Vlaanderen, XIV (1981), no.3-4. 14-15: alsmede reeent uitgebreid: l.H. Vogel Wessels-Boer. 'Een schepping van Coenraad Kayser: de hervormde kerk te Hoofdplaat'. Bulle tin van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken, no.36 (1996), 13-20. 18. Zie P.J. Aarssen, Rilland, Bath en Main in de loop der eenwen. Kruiningen z.j. 119771, 69-78. Zie voorts J. van de Broecke. 'Rilland en Bath in vroege en late tijden'. Zeeland MagazineVI (1973) no.30. 5-6. 19. Zie A. de Smit, 'Grepen uil de geschiedenis van de Hervormde gemeente te Rilland-Batlv. Va ria ZeelandiaeVI (1966), 3-6: Aarssen, o.c.[l8|. 156-159. De ontwerptekeningen bevinden zich in dc Collectie Bodel-Nijenhuis in de UB van de RU Leiden, sub nr.lX-10-071. IX-10-072, IX-10-073. Speciaal over deze plannen binnenkort: T.H. von der Dunk. 'De stichting van hel Fort en de Kerk van Bath', Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland 1998. 20. Chavannes-Mazcl c.a., o.c.| 11 15-16. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 111