bachtshuis tot stand44; als voorzitter van de heerlijkheid fungeerde toen de Goese burgemeester Johan Isebree, die even later in zijn eigen stad betrokken zou raken bij de grootse plannen voor het stadhuis. Op Noord-Beveland bouwde men in Colijnsplaat in 1769 in opdracht van de stadhouderlijke Domeinen niet alleen een nieuwe kerk. maar in samenhang daarmee ook een nieuw rechthuis, vermoe delijk naar ontwerp van dezelfde architect4 In Westkapelle. tenslotte, ging men in 1783 in opdracht van ambachtsheer Marlinus Johan Veth van de Pene 1747- 1802) over tot de verbouwing van hel rechthuis, waarbij dit nu van een opval lende portiek van vier slanke Dorische zuilen plus fronton werd voorzien - een novum voor Zeeland en bijna ook voor de hele Republiek30. Van de genoemde steden is er alleen in Middelburg naast de uitbreiding van het stadhuis nog in de profane openbare sector sprake geweest van projecten van formaat. Achtereenvolgens verrezen een nieuw IJkkantoor (1739). een nieuwe Manege (1753) en een nieuwe Korenbeurs (I767)'\ terwijl de Koopmansbeurs en de St. Jorisschuttershof in 1766 ingrijpend werden verbouwd33. In 1787 volgde het zogeheten Musaeum Medioburgense, waarin naast het Zeeuwsch Ge nootschap ook de in 1778 opgerichte stedelijke tekenacademie en twee kersverse natuurkundige genootschappen werden ondergebracht3"'. Als particulier initiatief van de Middelburgse mecenas Johan Adriaan van de Pene (1738-1790). broer van de zojuist genoemde Westkapelse ambachtsheer en van 1768 lot 1778 de Representant van de Eerste Edele in Zeeland, vormt dit evenwel reeds een grens geval4". 34. Daarover Zuurdeeg. o.c.[33]. 23-29. 35. In het archief van de Rentmeesters van de Prinsen van Oranje (RA Zeeland archief nr.39) bevin den zich in inv.nr.2l I twee stukken die betrekking hebben op de bouw, te weten een ongesigneerde en ongedateerde plattegrond, en een brief van de rentmeester van de domeinen ter begeleiding van het niemvbouwplan van 9-6-1768. Voor de relatie tussen de Domeinen en de kerkbouw: Vogcl-Wes- sels Boer. o.c.[16]. 13-14. 36.Hct gebouw is lang aan de aandacht: van architectuurhistorici ontsnapt; pas zeer recent maakte Meischke c.a.. o.c.[2], 142, een breder publiek op hel belang van het verdwenen en vergeten bouwsel attent. Literatuur ontbreekt derhalve nog; hel werd tot dusverre slechts in hel voorbijgaan genoemd in K. Baart. Westkapelle, hare bevolking, Westkapelschedijk. Geschiedkundig en karakteriseerend be schrevenMiddelburg 1889, 84. Men vindt liet. met enige summiere gegevens, afgebeeld bij N. Flipse-Roclse. Westkapelle in oude ansichten. Zaltbommel 1972. no.S: en P. Mmderhoud. H. Jonge- pier en M. Roelse. Groeten uil Westkapelle. 2365 prenlhriejkaarten en fotokaarten van Westkapelle. Vlissingen 1994. 27-29. 37. Zie resp. Meischke e.a.. o.c.[2]. 131: Unger. o.c.|32:2]. 10: en aldaar 83. 38. Zie Unger, o.c.[32:2f 82 resp. 83. 39. Zie W.S. Unger en J.J. Westendorp Boerma, "De steden van Zeeland*. Archief. Vroegere en la tere mededelingen voornamelijk in betrekking tol Zeeland. 1954, 73: W.S. Unger, De geschiedenis van Middelburg in omtrekMiddelburg 1966, 61: H.J. Zuidervaart, 'Mr. Johan Adriaen van de Perre (1738-1790). Portret van een Zeeuws regent, mecenas en liefhebber van nuttige wetenschappen'. Ar chief. Mededelingen van hel Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. 1983. 52-62; R. Rottier. Historisch bewustzijn in beeld. Historieprentenbez.it en historisch bewustzijn in Middelburg /750-18I5 Scriptiereeks Commissie Regionale Geschiedbeoefening Zeeland no.9J. doel. scriptie EUR. Middelburg 1990. 36; Meischke e.a.^ o.c.|2J, 141-142. 40. Over Van de Perre en zijn betekenis voor de Zeeuwse cultuur uitvoerig: Zuidervaart. o.c.(39], I - 169: alsmede kort de lemma's in: F. Naglglas. Levensberichten van Zeeuwen, deel II. Middelburg 1893. 374-377: P.C. Molhuysen en P..I. Blok (red-). Nieuw Nederlandseli Biografisch Woordenboek. deel V, Leiden 1921. kol.485-487; en Encyclopedie van Zeeland, deel II. Middelburg 1982. 496-497. 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 115