Afb. 4: Slot Ter Hooge te Koudekerke (1757). Foto auteur. plex van drie rond een open hof gegroepeerde vleugels opgezet, weinig dat een lange be woningsgeschiedenis van de bewuste bouwlocatie verraadde67. De bouwmeesters De ontwerper van zowel Toorenvliedt als Ter Hooge is helaas onbekend en dat geldt voor veel Zeeuwse gebouwen uit de onderhavige periode. Toch springen bij het overzien van de gehele productie de namen in het oog van enige bouwmees ters die in belangrijke mate de toon aangaven. Daarbij valt in de tijd een duide lijke tweedeling te maken, met de cesuur ongeveer rond 1770. Het tweede en derde kwart van de achttiende eeuw is de Zeeuwse architectuur namelijk hoofdzakelijk in handen van twee personen, ofschoon hun bouwpro ductie sedert 1750 terugliep en hun invloed derhalve al tanende was. Tegenover elkaar - en soms in samenwerking naast elkaar - stonden een inheemse stads- 67. Afgaande op Biercns de Haan, o.c.[65], 186. Over Ter Hooge: A.P. de Klerk. "Een achttiende- eeuwse beschrijving van het huis Ter Hooge op Walcheren". Zeeuws Tijdschrift. XX (1970). I2S-I34. Volgens hem, 132. is er echter geen bewijs dat één van de torens hel restant van een ouder kasteel vormt. 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 120