zijn vertrek door toedoen van zijn opvolger in de prullenbak. Van de Woestijne, die betrekkelijk kort (van 1768 in 1776) in functie was, maakte direct een nieuw ontwerp, dat in 1770 probleemloos werd uitgevoerd1"5. Maar met het werk van Kayser kon dit zich uiteraard niet meten. Zo er al iemand in Zeeland in die jaren als bouwmeester de toon aangaf, dan komt Kayser als eerste voor die rol in aanmerking. Hij was nog zeer jong toen hij aangesteld werd en naar zijn activiteiten voor zijn komst naar Zeeland kunnen we voorlopig nog slechts gissen. Bekend is alleen dat hij twee jaar voordien te vergeefs vanuit Nijmegen, waar hij toen voor korte tijd gevestigd was, meedeed aan de prijsvraag voor het stadhuis van Groningen, waar half architectonisch Ne derland met elkander concurreerde"14. Over zijn Zeeuwse start is nog evenmin veel bekend; voor het eerst duikt hij in 1779 plotseling op in de annalen van de stadhuisbouw in Goes, als hij voor een inspectie van de toren langskomt1"5. Maar het Stadhuis en het Armziekenhuis van Middelburg zullen hem in het begin van de jaren tachtig spoedig een naam hebben verschaft. Hel is dan ook zeker niet onaannemelijk dat Kayser via zijn vele contacten met Middelburgse regenten en patriciërskringen de opdracht wist te verwerven voor één van de meest kapitale panden van dit decennium, het tol dusverre 'ano nieme' herenhuis De Gouden Poorle. Wagenaarstraat no. 12""'. Om dezelfde re den ligt het voor de hand om Kayser als de bouwmeester van de nieuwe zui len- porlicus van hel rechthuis van Westkapel Ie te beschouwen, waarvan de ontwerper tot dusverre eveneens onbekend is: hij verkeerde in de juiste kringen, kwam via de ene Van de Perre ongetwijfeld ook met de andere Van dc Perre in aanraking en mag voorts wel de enige architect in heel Zeeland heten, die op dat vroege moment tot zo'n modern tempelfront in staat kan worden geacht107. Daarnaast trad Kayser namelijk ettelijke jaren op als onbezoldigd docent bouwkunde aan de in 1778 mede door hem opgerichte stedelijke tekenacademie, waarbij hij geroemd werd om zijn 'schrander vernuft en de door oefening op bouwkundige academiën verkregen kundigheid' Ook deze functie droeg wel aan zijn aanzien als deskundige en daarmee aan een vermoedelijk niet onaardig gevulde orderportefeuille bij. Daartoe behoorde onder andere de vertimmering van de Schuttershof Dc Edele Busse tot depot voor de V.O.C. in 1788'"''. Dal hij 103. Zie Van Swigchcm, o.c.f 15], 4-6. 104. Wel kreeg Kaysers inzending, onder hei inollo A i s non habet inimicuni nisi ignoranteni. een eervolle vermelding (zie De Maandelykse Nederlandsclte Mercitriits, XXXVIII 1775). 160: Kaysers naam werd daarin weliswaar niet genoemd, maar op een gedrukt exemplaar met de bekendmaking van de uitslag van dc prijsvraag in GA Groningen. Oud-Archief inv.nr. l74rood. slaat zijn naam er als "Kcyzer' bijgeschreven. Het ontwerp werd september 1775 teruggezonden naar dc maker, die toen in Nijmegen verbleef; zie een lijstje met de teruggezonden plannen, en een brief van C. Kaijser dd. 2-9- 1775. waarin hij om teruggave verzocht; beide in Register Feith 1775 no.S. in GA Groningen). 105. Prins-Schimmel, o.c.[26], 76. 106. Zo Linger, o.c.[41J, 167: dez., o.c.[59], 47; dez., o.c.|32:2|. 10 en 135. 107. Zie Meischke e.a., o.c.|2j, 142. 108. Zie Unger, o.c.[41], 167; dez., o.c.|32:2], 1.0-11; dez., o.c.|39|. 61Schnitger Don, o.c.[57|, 9, 11. Na 1786 verdwijnt zijn naam geheel uit de annalen van de academie. Over de academie zélf behalve het artikel van Schnitger Don. 8-17. ook A.J. van Dissel. De Middelburgse Tekenacademie. Voorbeeld en resultaat. Middelburg 1988; en kort Zuidervaart, o.c.[39], 41-42. Voor het citaat: Ency clopedie. o.c.|40], II. 116. 109. Genoemd door de Encyclopedieo.c.[40], II. 116. 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 127