waar men levens nostalgisch naar terugkeek en waarop men zich bijgevolg voor
taan weer mede inspireerde - gangbaar was geweest. Dit brede dak droeg er, sa
men met het verdwijnen van de tot dusverre veel voorkomende smalle en door
afwijkend materiaalgebruik geaccentueerde, zij- en middenrisalieten, mede toe
bij, dat de voorheen gebruikelijke accentuering van de verticalen week voor een
nadruk op de horizontalen. Dit proces valt in heel Nederland waar te nemen en
dus grosso modo ook in Zeeland.
In het tweede kwart van de achttiende eeuw werd, als gezegd, de Zeeuwse ar
chitectuur gedomineerd door twee persoonlijkheden, Jan Pieter van Baurscheit
en Jan de Munck. Het werk van de Vlaming Van Baurscheit draagt daarbij, wat
niet verbazen kan, een meer Zuid-Nederlands, dat van De Munck een meer
Noord-Nederlands karakter, sluit dus meer aan op de bouwkunst elders in de Re
publiek. Met Van Baurscheit overheerst echter op Walcheren in de jaren dertig en
veertig de uitbundige Vlaamse barok, zoals dit tot uitdrukking komt in de licht
theatrale beeldengroepen op de balustrades van bijvoorbeeld het Beeldenhuis in
Vlissingen (1730) en het huis van Van den Brande in Middelburg (1733). Ook
het feit dat de gehele gevel met natuursteen is bekleed en de rijke detaillering,
zoals die in de voor Van Baurscheit karakteristieke"5 consoleparen en -trio's die
de kroonlijst schragen en in de fijn bewerkte sluitstenen van de vensters tot uit
drukking komt, dragen tot het voor Nederland ongebruikelijk barokke aanzien
bij.
Een herhaaldelijk optredend element dat daarbij typerend voor Van Baurscheit
mag helen en het genoemde uitheemse effect versterkt, is de versmelting van het
door twee (half)zuilen begeleide en door balkon met beelden bekroonde portaal
met de in een krachtig geprofileerde grote rondboognis geplaatste vensters daar
boven tot één zwaar geaccentueerde middenpartij. Daarbij loopt het raam van de
eerste verdieping tot de balkonvloer door en reikt de rijk gebeeldhouwde bekro
ning ervan veelal tot in de tweede verdieping"6. Ongetwijfeld zijn aan één en an
der Franse invloeden debet"7.
Behalve bij het Huis van Van den Brande zien we de bewuste combinatie ook
bij het Van Dishoeckhuis in Vlissingen (1733) gehanteerd, dan in duidelijk min
der plastische vorm bij hel in samenwerking met Marot tot stand gekomen Huis
Huguetan in Den Haag (1736)"* en bij diverse gebouwen in Antwerpen en omge
ving, waaronder hel zogeheten Koninklijk Paleis aan de Meir (1745) en het Stad
huis van Lier (1745), waarna de rondboognis tenslotte nog zonder het speciale,
zeer rijke portaal in 1763 terugkeert bij het Van de Perrehuis in Middelburg, dat
ook overigens al veel soberder is. De accentuering van de middenas. die op deze
wijze gerealiseerd wordt, vormt weliswaar een belangrijk kenmerk van de Ne
derlandse Lodewijk XV-stijl, maar het eindresultaat is toch vrij exotisch.
Dat geldt speciaal bij het Beeldenhuis ook voor het gegeven, dat deze over
daad gecombineerd wordt met een kolossale Korinthische pilasterorde vanaf de
115. Zo Van den Bern. o.c.[621. 324. Val. m.b.i. de consoles ook Jilleba. o.e.|64|. 44: Baudouin,
o.c.(55], 59.
116. Vgl. Ozinga. o.c.[55], 169: Starina. o.c.[72], 42: Van den Berg. o.c.[62]. 325. alsmede o.m.
332. 333. 338; Jilleba. o.e.|64|. 44: Baudouin, o.c.|55|. 53. alsmede o.m. 68. 74. 78. 86. 153 en 327.
117. Ozinga. o.c.[55]. 169. wijst hierbij o.m. op de poorten van de stallen van Chantilly.
118. Vgl. Ozinga. o.c.|55J. 169; Baudouin, o.c.[55|. 86.
104