Afb. 8: De voorge vel van het Beel denhuis (1730) in Vlissingen. Foto auteur. eerste verdieping - de onderste bouwlaag is in rustica uitgevoerd - en een met tympaansculptuur gevuld driehoekig fronton. Driehoekige frontons waren voor het midden van de achttiende eeuw in Nederland nog zeer zeldzaam - de combi natie van balustrade en kuif overheerste immers - maar Van Baurscheit heeft ze al voordien vaker toegepast, zij hel in Nederland behalve bij het Beeldenhuis al leen bij het hoogstwaarschijnlijk uit dezelfde jaren daterende Huis Der Boede te Koudekerke en daarna tot het Van de Perrehuis niet meer. Bij hel Van Dishoeckhuis, dat op het eerste gezicht veel autochtoner oogt dan het Beeldenhuis doordat net als bij Der Boede de gevel niet in natuursteen maar in baksteen is uitgevoerd, had drie jaar later hel pilasterkwartet plaatsgemaakt voor 'Nederlandse' geblokte lisenen, maar tevens hel klassieke pediment voor een zeer onnederlands segmentboogvormig en door een beeldengroep gebroken variant. Eén en ander is eerder kenmerkend voor de Vlaamse barok van de voor gaande eeuw"". Ook voor de ronde vensters in de dakkapellen en het gebogen dak zal men benoorden de Schelde moeilijk parallellen weten te vinden. 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 131