Gortstraat 30 in Middelburg. Havenpark 40 in Zierikzee en Grote Markt 17 in Goes uit 1753. Maar al spoedig maakt de natuursteen voor baksteen plaats en worden de ra men aan alle vier randen recht. Een vroeg voorbeeld van beide aspecten vormt het rond 1755 opgetrokken huis Gortstraat 38 in Middelburg, waar geblokte na tuurstenen lisenen de bakstenen wanden met de rechthoekige vensters geleden en alleen het middelste gedeelte nog in natuursteen is uitgevoerd. Kleine Kade 47 in Goes (1765) en Edenburg in Vlissingen (1771) vormen daarentegen nog late voorbeelden van segmentboogvormig afgesloten vensters; daarbij bleef over na genoeg de gehele wand de baksteen bloot127. Alleen de vensters van de ingangs travee werden daarvan min of meer uitgezonderd, in die zin dat deze door middel van een witte omlijsting met het centraal geplaatste portaal verbonden werden, waardoor in Goes een - toen al enigszins ouderwetse - accentuering van de mid- denas werd gecreëerd; in Vlissingen bevond het aldus benadrukte portaal zich ui terst links. Dit voor de Lodewijk XV-stijl zo karakteristieke aspect van de gevelopbouw treffen wij ondermeer ook aan bij 's Heer Hendrikskinderenstraat 42 in Goes, Lange Noordstraat 63 in Middelburg (ca. 1760), alsmede zelfs nog bij Oude Ha ven 55 in Zierikzee (1788) en Hoogstraat 13-15 in Tholen (1790), evenwel tel kens al met de rechthoekige ramen die in de Lodewijk XVI-periode gangbaar zouden zijn. De voor deze laatste tijd karakteristieke elementen van het klassieke ordenapparaat als pedimenten en pilasters ontbreken daarbij echter nog geheel, hoewel anderzijds de voor de Lodewijk XV-periode zo kenmerkende geblokte hoeklisenen al spoedig zijn verdwenen. Zelfs het laatste werk van Van Baurscheit, het huis van Van de Perre, komt, bij zijn vorige exercities op dit terrein vergeleken, beheerst, bijkans nuchter over. Ook op deze in de Vlaamse barok excellerende kunstenaar lijkt de veranderende tijdgeest vat te hebben gekregen. Ofschoon de ronde dakvensters met radvulling van het Van Dishoeckhuis terugkeren en ook de voor hem typerende rondboognis van het middenvenster weer aanwezig is, maakt de gevel een platte indruk. Hel gebruik van natuursteen is tot de twee hoekpilaslers van de middenrisaliet be perkt, voor de rest overheerst de baksteen. Het barokke portaal met zuilen, bal kon en beelden, dat zijn eerdere patriciërshuizen bijna steevast opsierde, ont breekt128. De aan het bovenuiteinde slechts licht gebogen ramen en de twee maal twee kleine ovaalvormige vensters daaronder, zijn zonder enige verzachtende overgang in de wand uitgesneden. Een simpel fronton, zonder enig reliëf of sculptuur, zorgt samen met de mager uitgevallen pilasters voor een klassiek ka der, dat voor Zeeland in deze jaren ongebruikelijk is, maar vooruitwijst naar de Lodewijk XVI-stijl en uitstekend lijkt te passen in de Hollandse Herleving van de jaren zestig en zeventig in de zeventiende eeuw, waar deze elementen, het Gouden voorbeeld van Pieter Post van een goede eeuw eerder voor ogen. op nieuw furore maakten. In dal opzicht was het binnen Zeeland zijn tijd een goed eindje vooruit129. 127. Het Vlissingse huis is thans gepleisterd, maar een foto in de collectie van Monumentenzorg te Zeist uil 1952 (neg.nr.43.497) maakt duidelijk dat dit niet altijd zo is geweest. 128. Vgl. dienaangaande Jilleba, o.c.[62:2|, 17; Bruijns Jilleba, o.c.[601. 71 129. Vgl. ook Jilleba. o.c.|62:1 9. 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 134