Afl). 13: De nieuwe zijvleugel van het stadhuis van Middelburg (1780-1784). Koper gravure door I. de Wil naar tekening van C. Kayser, z-j. RAZ. ZG, Zei. IlL 11-412. en een van een tandlijst voorzien driehoekig fronton. Een dergelijke tandlijst vormde een aan het antieke tempel voorbeeld ontleend element dat in het werk van Van Baurscheit nog ontbrak. Een tweede tekening uit 1786 voor de Slijk- poort toont een nog klassieker opbouw. De poort is nog steeds Dorisch, maar de pilasters zijn door halfzuilen vervangen en het muurwerk van de poort is in scherp gesneden blokwerk uitgevoerd. Grote frontons met tandlijst bekroonden eveneens de nieuwe Langevielepoort (1792) en Seispoorl (1794), in het eerste geval in combinatie met gekoppelde vlakke Ionische pilasters ter weerszijden van de doorgang en vazen op de achter het fronton oprijzende attiek. Een typisch zeventiende-eeuws ornament dat bij de Seispoort prominent aanwezig is en de invloed van de Hollandse Herleving loont, vormen de festoenen in de zijvleugels ter hoogte van de poortboog. Deze Hollandse Herleving, die naar het Hollandse classicisme van Van Cam- pen en Piete-r Post teruggreep, was van voorbijgaande aard en liep al snel op haar eind, nadat Nederland in 1795 politiek in Frans vaarwater terecht was gekomen11". De Noordpoort (1798) van na de Bataafse Omwenteling verwijdert zich reeds weer van het nationaal-Nederlandse én keurig-klassieke ideaal. Hij verraadt in zijn gestileerde vormentaal - men vergelijke de ook hier aanwezige festoenen met die van de Seispoort! - en in de afwezigheid van pilasters en pedi ment, waarvoor een soort consoles respectievelijk een getrapt opzetstuk in de 140. Vgl. recent Von der Dunk, o.c.[6], 336-341 I 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 140