voor en in de tweede plaats worden blijkens de necrologia ook meer dan eens ab ten van na 1325 herdacht", zodat het niet uitgesloten is dat Wigger Gerardijns achter deze Witgerus schuilgaat. Wolfert daarentegen, die volgens beide necrolo gia op 28 april herdacht werd, is uit geen enkele andere bron bekend. Het is daar bij waarschijnlijker dat hij hel abbatiaat vóór 1300 dan erna heeft waargenomen, gelet zowel op het gebruik in de premonstratenzer orde als op het feil dat de meeste hiaten zich in de 12e en 13e voordoen. Omdat wij verder geen enkel aan knopingspunt hebben voor de datering van dit abbatiaat hebben wij Wolfert niet in de lijst opgenomen. De abten- De abtenlijst die wij hier publiceren gaat voorbij aan de historische traditie. Flo- rentius, Viglius Doedius en Arnoldus Allardi, om enkele slachtoffers van de his torische kritiek te noemen, komen hier niet meer voor, omdat voldoende aange toond is dat de gehele traditie waaruit deze namen voortkomen, op één, zeer onbetrouwbare bron teruggaat. De enige naam, die we in de bronnen hebben te ruggevonden, en die we niet in de lijst hebben weten te plaatsen, is die van abt Wolfert, die in de necrologia van Park en Tongerloo voorkomt. Albold Alboldus, Albaldus. Albad) 1123- 1130 Met betrekking tot Albold, de eerste die als abt van Middelburg voorkomt, be schikken we over twee bronnen en één indirect gegeven. 1. 1123/1127 'Albaldus primus praepositus regularis Formoselensispraefuit in ista domo 22 annis, et postea factus primus abbas apud Walrigheem in Middelburch et cepit illud monasterium habere originem de nostro, sed postmodum conversus est ad Praemonstratenses: ibidem autem iacet sepultus primus praelatus nosier; qui Al baldus resignavit anno Domini 1123.' Chronicon Vormeselense, ed. F van de Putte en C. Carton (Brugge 1847) p. 2U. 33. Zie Verrees, Necrologium, 30: abt van Grimbergen 1354; 89: abt van Averbode 1532; 98: abt van Averbode 1501; 96: abt van Tongerloo 1333; 116: abt van Tongerloo 1385; 116: abt van St.-Mi- chiel 1353; 129: abt van Tongerloo 1500; zie ook Van Spilbeeck, Necrologium. 41. 141, 147. 159, 163-164, 241, 262: abten van Averbode, 1360-1565. 34. Geciteerd in: C. Dekker. Zuid-Bevelcmd. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen (Assen 1971) 332, noot 39. en 333-334; zie ook C. Dekker. 'De komst van de Norbertijnen in het bisdom Utrecht', in: C.M. Cappon e.a. (red.), Ad foute s. Opstellen aangeboden aan prof.de C. van de Kieft ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de mid deleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (Amsterdam 1984) 167-186. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 34