Wouter van Zanddijk (Walterus, van Zantdijc, uut Sandijc) 1338 - 1345 De eerste maal dat Wouter van Zanddijk voorkomt is in een oorkonde van 9 ok tober 1338 (Fruin, regest 299). toen hij door de graaf werd gekwiteerd in verband niet zijn belening met verschillende ambachten en tienden. De laatste maal dat hij vermeld wordt, is op 12 februari 1344 (Fruin, regest 325). Kort daarvoor, op 7 februari 1344 (Fruin, regest 324), trad hij nog als oor- konder en zegelaar op. Uit een oorkonde van 25 maart 1345 (Fruin. regest 332). waarin de abt naamloos wordt opgevoerd maar waaraan het zegel van de abt hangt, blijkt dat Wouter toen nog in functie was. Jan van der Goes (Johannes, Jhoannes, van der Ghoes, de Goys) 1348 - 1358 Na de laatste vermelding van Wouter van Zanddijk op 12 februari 1344 (Fruin, regest 325) volgt op 24 april 1348 (Fruin, regest 360) de eerste maal dat Jan van der Goes, en dan tevens als oorkonder, optreedt. De inhoud van de oudste oor konden waarin deze abt voorkomt, geeft geen aanleiding te veronderstellen dat hij het abbatiaat pas kort bekleedde. De laatste vermelding van deze abt in een oorkonde dateert van 6/7 juni 1357 (Fruin, regest 474). Zijn opvolger treedt op vanaf 26 april 1358 (Fruin, regest 483 toen hij door de graaf beleend werd met zestien gemeten ambacht te Oost- kapelle. Dit stemt overeen met het verhaal, dat aan Filips van Leiden ontleend is, dat hij op paasmorgen 1358. d.w.z. op 1 april, werd vermoord56. Pi eter Hoek (Petrus, Hoec) 1358 - 1366 Gezien de moord op zijn voorganger, Jan van der Goes, op 1 april 1358, is het eerst bekende optreden van Pieter Hoek, op 26 april 1358 (Fruin, regest 483) al vroeg gedocumenteerd. De laatste vermeldingen van Pieter Hoek dateren uil de zomer van 1366: 30 juni 1366 (Fruin, regest 542) en 27/28 juli 1366 (Fruin, regest 544). Gezien het eerste optreden van zijn opvolger, Hendrik Braam, op 4 augustus 1373 (Fruin, re gest 559) doet zich hier een hiaat van ca. 7 jaar voor. Gezien de belening van de opvolger in 1374 is het waarschijnlijker dat Pieter Hoek (of een andere onbe kende abt) in deze periode als abt heeft gefunctioneerd, dan dat het abbatiaat van Hendrik Braam veel eerder dan 1373 is aangevangen. 56. Zie P. Leupcn, Philip ofLeyden: a fourteenth century jurist. <4 study of his life and treatise "De Cura Reipublicae et sorteprincipantis" (Den Haag. Zwolle 1981119-120, 138-139.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 48