tuig. De behoefte aan wapens en munitie groeide ook in het buitenland, waar ver schillende Zeeuwse kooplieden op konden inspelen2. Centraal staat de vraag waarom tussen 1572 en 1648 de wapenhandel en -productie in Zeeland zo snel kon groeien en hoe deze bedrijfstak zich ontwikkelde. Militaire operaties en de vraag naar wapens voor het Staatse leger en de Admi raliteit De behoefte aan veel oorlogsmateriaal in Zeeland ontstond tijdens het begin van de opstand. Tegen december 1572 hadden de opstandige Geuzen in Zeeland de Rede van Walcheren (Vlissingen, Arnemuiden en Veere) stevig in handen. Uit de rekening van Hendrick Somer, burgemeester van Veere, blijkt hoe de opstande lingen in een koortsachtig tempo geschut en lonten lieten produceren bij de kleine lontspinnerij en de smeden van het voormalige grafelijke arsenaal5. Vanaf 1573 namen de Gecommitteerde Raden de inkoop van oorlogsmateriaal van Vlissingen, Veere en Arnemuiden over. Dit college adviseerde hel gewestelijke bestuur, de Staten van Zeeland, over financiële en militaire zaken en voerde de beslissingen van de Staten op deze terreinen uit. In Veere werd het al beslaande, uil de Bourgondische bestuursperiode stammende, grafelijke arsenaal gecontinu eerd, terwijl in Vlissingen en Middelburg twee nieuwe magazijnen werden op gezet. Deze drie magazijnen waren zowel voor de land- als de zeestrijdkrachten bestemd. Aan hel hoofd van het centrale magazijn te Veere stond de commies- stapelier. terwijl de andere twee magazijnen elk door een ammunitiemeester werden beheerd. In de jaren 1573-1579 kochten de Gecommitteerde Raden jaarlijks voor onge veer 12.800 carolus gulden aan wapens en munitie. Hieronder bevonden zich grote partijen buskruit en 'ijsere dolen', die benodigd waren voor het beleg van Middelburg tussen 1572 en 1574 en de zeeslagen bij Rammekens in 1573 en Reimerswaal in 1574. In de hierop volgende jaren 1580-1586 boekte het Spaanse leger onder Panna grote successen, waardoor Vlaanderen en Antwerpen voor de opstandelingen verloren gingen. De Zeeuwse uitgaven aan oorlogsmateriaal sta biliseerden zich in deze jaren op een jaarlijks gemiddelde van 12.200 carolus 2. L.R. Priester. Inventaris Rekenkamer C Ie stuk. toegangsnr. 508. C. de Waard, Inventaris van de ace/uitten. Voor de Zeeuwse binnenlandse afzetmarkt zijn allereerst de leveranties aan de Admiraliteit en Staatse troepen terug te vinden in de rekeningen te lande 1573-1805) en te water (1586-1794) van dc ontvanger-generaal van Zeeland. Algemeen Rijksarchief (ARA). Archief VOC. inv.nr. 13786- 13789. Journalen van de Opperboekhouder van de Kamer Zeeland 1614-1628. ARA. Archief VOC. inv.nr. 13790-13793. Grootboeken van de Opperboekhouder van de Kamer Zeeland 1614-1628. Rijksarchief in Zeeland (RAZ), Archief Rekenkamer C. inv.nr. 3933. 3993. 4120. 4189. 4235, 4236. 4562, rekeningen Vendumeesters. ARA. Admiraliteitsarchieven, inv.nr 2447-2467. Resolution dei- Admiraliteit van Zeeland (Res.Adm.Zeeland), 11.06.1584-23.12.1648. De over hel algemeen licht of niet bewapende Zeeuwse koopvaardij en visserij zijn vanwege hel gebrek aan bronnenmateriaal over hun wapenaankopen builen beschouwing gelaten. Scheepsbouwmaleriaal en scheepsuitrusting (louw- werk). paarden, soldaten en scheepsvolk en levensmiddelen worden niet of slechts zijdelings behan deld. 3. Gemeentearchief Veere (GAV). Oud Stadsarchief, inv.nr. 1387, S8-96v. 188v-19S. RAZ. Archief Rekenkamer C, rek. lande, inv.nr. 10. 181-190, inv.nr. 20, 93-97v. 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 60