gespecialiseerde ketelaars en grofsmeden gekocht". Vermoedelijk haalden de wapenhandelaren deze soorten kogels uit de wapenproductiecentra bij Dordrecht en Luik. De Verenigde Oostindische Compagnie Naast de Admiraliteit van Zeeland en het Staatse leger waren de handelscompag nieën, zoals de VOC en WIC. grote afnemers van oorlogsmateriaal. Voor de VOC is een gedeelte van de boekhouding van de opperboekhouder van de kamer Zeeland over de jaren 1614-1628 bewaard gebleven, zodat een indruk verkregen kan worden van de omvang van de wapenaankopen. Deze wisselde jaarlijks sterk, zeker indien afgezet tegen de wapenaankopen van de Zeeuwse magazijnen. In de jaren 1615, 1623 of 1626 bedroeg ze niet meer dan 11 tot 37 van de totale wapenaankopen voor de Zeeuwse magazijnen. In andere jaren, zoals 1617 en 1628 bedroeg ze 105 tot 115 en in 1620 13 maal zoveel (348.552 gul den) als de totale aankopen van de Zeeuwse overheden (grafiek 2). Duidelijk is dat de leveranties aan de VOC aanzienlijk waren gegroeid ten opzichte van de voorcompagnieën in 1601 en 1602. die nog vanwege hun beperkte opzet voor een reis naar Azië grotendeels konden volstaan met geleend oorlogsmateriaal". Aannemelijk is dat de kamer Zeeland van de VOC op de totale Zeeuwse markt een permanente vraag ging uitoefenen, die de terugvallende bestedingen voor de Staatse troepen na 1609 compenseerde. Eerder is vermeld dat militaire magazij nen zich op aankoop van buskruit, grondstoffen voor het gieten van geschut, kanonnen en allerlei soorten kogels concentreerden. De aan Zeeland toebedeelde Staatse compagnieën moesten zichzelf in het merendeel van hun vuurwapens en blanke wapens voorzien. De VOC had echter een breder assortiment aan wapen tuig nodig en kocht zeker vanaf 1615 direct honderden musketten, pistolen, ra pieren, degens en dergelijke van Zeeuwse zwaardvegers en musketmakers. On derhoud en reparaties werden aan dezelfde groep ambachtslieden uitbesteed. Er ontstond een netwerk van vaste, producerende specialisten die op contractbasis werkten. Kanonnen werden in opdracht van de Zeeuwse kamer geproduceerd door geschutgieter Michiel Burgerhuys of werden, samen met partijen kogels, bij grote handelaren als Elias Trip en Adriaen Lampsins besteld. Ook werd geschut geleend van de kamer Amsterdam van de VOC". Andere producenten bij wie grote orders werden geplaatst waren de buskruitleveranciers Pieler van Best en Gillis Wilmerdonckx. 13. RAZ. Archief Rekenkamer C, rek. lande, inv.nr. 10, I84v-185v. inv.nr. 20. 72v.93.93\. RAZ. Archief Rekenkamer C. rek. water, inv.nr 655. I44-I45v. inv.nr. 656, 156v. inv.nr. 658, 148, inv.nr. 659, 184. inv.nr. 660, 185v, 186, inv.nr. 664. 214v-216, inv.nr. 667, 269. inv.nr. 668. 265v,266, inv.nr. 669, 277-281, inv.nr. 675. 260-26 Iv. inv.nr. 676, 286v,287. inv.nr. 677. 283,283v, inv.nr. 678, 297v- 299. 14. Zie noot I. Verder: W.S. Unger, De oudste reizen, 3-7. 21. 22. 129, 130. 207. 208. W.S. linger, De resolutiën der Compagnie50. 15. ARA. Archief VOC. inv.nr. 13790. Grootboeken. 7. 7v. ARA. Archief VOC. inv.nr. 13786. Journalen, 2v. 5, 10. 14. 16v-19, 21.22, 24v. 27. 28v, 37v. 38.41-43. 44v, 45v, 46.47. 50v. 56. 56v. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 66