voorbeeld is het schip de "Hare" van Middelburg dat met schipper Adriaan Bom- menee en piloot Lucas Daen al regelmatig San Sebastian had aangedaan. Het schip werd in 1590 door Engelse oorlogsbodems onderschept en de Theems op gevaren35. Bij visitatie bleek dat behalve verboden touwwerk, in de ballast van bakstenen ook nog 20.000 pond koper, bestemd 'for making ordnance' was ver scholen. Met de smokkelende schepen werden brieven verstuurd, zoals die van Hans Vlack. koopman van Goes, aan zijn zoon en een zekere Willem van Dullen in San Sebastian. Hij vroeg zijn zoon regelmatig te schrijven wat voor soorten, ma len en gewichten wapens en scheepsuitrusting het meest gevraagd werden, zodat deze snel konden worden toegezonden. Een soortgelijke correspondentie over wapens en ammunitie bestond ook met de in Bilbao gevestigde Jan Verhagen en Jan van der Bogaarde, die direct aan de provedorammunitiemeester van de Spaanse marine, leverden. Waarschijnlijk vond een flink deel der leveranties via de Zeeuwse handelaren ter plekke direct aan de Spaanse strijdkrachten plaats51. In Spanje residerende Zeeuwse en Hollandse kooplieden en relaties waren dus onontbeerlijk om precieze gegevens te vergaren over het aan de Spaanse afzet markt te leveren oorlogsmateriaal en speelden een belangrijke rol als contact- en tussenpersonen in deze handel op de Noord-Spaanse havens. Met het begin van de oorlog tussen Frankrijk en Spanje in 1635 moet de doorvoerhandel op Calais langdurig zijn gestagneerd. Het Engelse Dover ging in toenemende mate als doorvoermarkt naar Spanje en de Zuidelijke Nederlanden fungeren. Naast hel door Engelsen vervoerde zilver uit Spanje werd ook oorlogsmateriaal door Zeeu wen en Hollanders via dit entrepot naar de Zuidelijke Nederlanden gezonden. Er bestond in Dover zelfs een speciale heffing op de ladingen buskruit. Volgens J.l. Israel leed de Zeeuwse handel in hel algemeen schade door de verplaatsing van de doorvoerhandel van Calais naar Dover. Op de route tussen Zeeland en Hol land enerzijds en Dover anderzijds waren verhoudingsgewijs meer Engelse dan Zeeuwse kooplieden actief. Bovendien waren de routes van Dover naar Spanje en de Zuidelijke Nederlanden vast in Engelse handen, omdat Zeeuwen niet meer tot havens in die contreien werden toegelaten of zelfs het risico van confiscatie liepen35. In de jaren veertig van de zeventiende eeuw kreeg de Zeeuwse wapenhandel op het Iberisch schiereiland overigens een nieuwe impuls. De afscheiding van Portugal van het Spaans-Habsburgse rijk creëerde een nieuwe afzetmarkt, waarin naast veel Amsterdamse kooplieden ook de Zeeuwen een behoorlijk aandeel had den. In de requesten voor Portugal werd om de uitvoer van grote hoeveelheden oorlogsmateriaal verzocht, zoals die van Wouter Abrahamsen van Vlissingen op 17 februari 1642 voor de export naar Portugal van 2.000 musketten, 1.000 pie ken, 500 ruiterwapenen, 500 carabijnroers, 1.000 lontroers en 1.000 paar pisto len. De gebroeders Cornelis en Adriaen Lampsins wisten hun handelsbelangen in Portugal snel uit te breiden. Zij deden dit door de export van complete uitrustin- 33. Ibidem, 223. 439, 440. ARA. Admiralitcitsarchieven. Res.Adm.Zeeland. inv.nr. 2448. 18.11.1593. 34. Ibidem. 224. 390. 35. J.S. Kepler." Fiscal aspects'. 279. 282. H. Taylor, "Trade". 236-260. J.l. Israel. 'States General". 489-491. 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1998 | | pagina 75