van een optreden in een kerkdienst. Hij hield eerst een boetepreek tegen de re genten, die daardoor voor schut zaten tegenover de zich verkneukelende ge meente. Maar aan het eind weigerde hij tot algemene ontsteltenis de zegen uit te spreken. Hij vond dat een volk dal ongehoorzaam was jegens de overheid die niet had verdiend.13 Rondom Smijtegelt bestaan echter ook politieke anekdoten die in de bronnen aanwijsbaar zijn en bovendien dichter bij de inhoud van het engelenverhaal ko men. In 1702. na de dood van stadhouder-koning Willem III. brak onder meer in Middelburg een strijd uit tussen rivaliserende regentengroepen, gesteund door opstandige burgers. Na een volkstumult kwam een nieuw stadsbestuur aan de macht. Een contrarevolutie van orangisten mislukte in 1704. De sfeer onder de bevolking was gespannen, ook omdat de leider van de democratische beweging, de koopman Daniël Fannius, toen juist onder kerkelijke censuur stond vanwege heterodoxie. De agressieve man brieste dat er onder de twaalf predikanten 'twee a drie schelmen' waren. Die zou hij 't'eenemael verbrijselen en tol stof malen'. Al eerder hadden getuigen gehoord dal Fannius het vooral op dominee Smijtegelt had gemunt14. Uit enkele egodocumenten welen we dat de omstreden predikant in deze hecti sche jaren het doelwit is geweest van een mogelijke poging tot moord. Kort na dat Smijtegelt in een gesprek op hel stadhuis de regenten had verzekerd dat zij hem nooit aan hun 'goddeloose snoer' zouden krijgen, vonden er 's nachts inbra ken in zijn huis plaats. Enkele duistere personen namen dakpannen weg en bra ken de ruiten. Omdat de politie nalatig was om in te grijpen, besloten 'brave god- vreesende luydden' ettelijke nachten de predikantswoning te bewaken. Een buurman van Smijtegelt liet weten dat het de inbrekers om meer moest gaan dan alleen pesterij of diefstal. Immers, geld of sieraden waren er bij hem nauwelijks te halen en voor papieren en boeken zouden ze toch geen interesse hebben. Vol gens de man waren ze ongetwijfeld gekomen om Smijtegelt van hel leven bero ven. Dit had God echter willen verhoeden15. Het is duidelijk dal ook het verhaal van de engelenwacht, voor zover het gaat om het voornemen om Smijtegelt te vermoorden, in het kader van de politieke spanningen in Middelburg kan worden geplaatst. Dit geldt temeer omdat de hoofddader een raadsheer zou zijn geweest, dus iemand uit het regentenpatrici aat. In hel plan van uitvoering was hij de inbrekers wel slimmer af. Zou de zwaar geklede Smijtegelt 's nachts over de brug geworpen en in luttele tijd verdronken zijn, dan waren de daders gemakkelijk aan een eventuele ontdekking en een ge wisse doodstraf ontkomen. In het uiterste geval zou men aan de tragiek hebben kunnen denken die later aan generaties piëtistische lezers bekend zou worden van dominee Henricus Tjaden in Groningen. 'Des avonts de oude Ebbinge-poor- ten-brug misstappende, had zijn eerwaarde het ongeluk van zo swaar te vallen, dat daaraan terstont overleed' 12. Sinninghe, Zeeinvsch Sagenboek. 207. 13. N. C. Kist. 'Bemardus Smijtegelt'. Archief voor kerkelijke geschiedenis inzonderheid van Ne derland. dl. 8 (Leiden 1837) 455-458. 14. Van der Bijl. Idee en interest, 81 en 99-100. 15. Zeeuwse Bibliotheek. Handschriftenverzameling nr. 5153. brief van Cornelis Versluys; zie ook Algemeen Rijksarchief, archief Anthonie Heinsius, inv.nr. 2110-12. 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1999 | | pagina 104