moet (Mammuthus meridionalis Nijsti) aangeschaft. Van deze typische slurfdra
ger zijn te weinig delen in de verzameling aanwezig.
Een volledige lijst van de in 1998 nieuw verkregen stukken ligt ter inzage.
Onderafdeling Mollusken
De conservator F.A.D. van Nieulande bericht als volgt:
Op zaterdag 20 juni en 26 september werden er in samenwerking met VVV
Domburg en de Stichting Oranjezon te Oostkapelle twee strand-schelpenzoek-
tochten georganiseerd. Er werd door de heer P. Moerdijk en de conservator een
inleiding gehouden over de geologie en de fossiele schelpen van Zeeland. Aan
beide dagen werd gemiddeld door 25 personen deelgenomen.
Tijdens de inmiddels traditionele bottenvistocht, dit jaar gehouden op 25 juli, zijn
er in de omgeving van Terneuzen diverse fossiele schelpen gevonden, voorname
lijk uit het Midden- en Onder-Plioceen.
Het betreft onder meer kleppen of fragmenten van de soorten:
21 kl. Glycymeris obovata ringelei nov. subsp. Moerdijk en Van Nieulande (in
press)
18 kl. Ostrea eclulis (Linné. 1758)
2 kl. Neopycnodonle navicularis (Brocchi, 1814)
I kl. 2 fragm. Aecjuipeclen cf angelonii (Di Stefani Pantanelli, 1880)
3 fragm. Chlamps princeps (J. de C. Sowerby, 1828) (Een zeer groot fragmenta
tie exemplaar is helaas opgenomen in een particuliere collectie.)
1 fragm. Petten grandis (J. de C. Sowerby. 1828)
1 fragm. Arctica islandica (Linné, 1758)
4 fragm. Pygocardia ruslica rustica (Sowerby. 1818)
2 fragm. Pygocardia rustica tumida (Nyst, 1836)
1 fragm. Venus casino casino (Linné, 1758)
3 ex. levend! Barnea Candida (Linné, 1758) ingeboord in een gebroken Septa-
riënknol (grote fragmenten van Septariën uit het oligocene tijdperk, het betreft
hier grote versteende kalkrijke kleiconcreties met in het midden talrijke krimp-
scheuren welke tijdens het versteningsproces zijn ontstaan. Tijdens het korren op
de bodem van de Put van Terneuzen worden zij waarschijnlijk in stukken getrok
ken en komen als grote brokken mee naar boven.)
Van de Brachiopoda:
1 boven kl. Terebratulo grandis.
Archeologische voorwerpen en objecten
De conservator ir. J.A. Trimpe Burger bericht als volgt:
Helaas moeten we in dit verslagjaar over 1998 melding maken van hel spoorloos
verdwijnen van een kunsthistorisch waardevol voorwerp dat sedert 1925 be
hoorde tot het bezit van het Genootschap. Hel inventarisboek van P.J. van der
Feen (oud conservator) deel I, p. 12 vermeldt het volgende: 'Steenen kopje, dat
in een muur ingemetseld geweest is. Gevonden begin 1925 op het terrein, waar
1833 de kerk te West-Souburg afgebroken werd. Geschenk van Gemeentebestuur
van O- en W. Souburg (Maart 1925)'. In de 'doorloopende lijst van geschenken'
is het gebeeldhouwde kopje ingeschreven onder het inventarisnummer 1221. Het
voorwerp is frontaal en zijdelings (foto's) afgebeeld in Archief 1925; op p. 11I-V
worden historische bijzonderheden gegeven over de kerk van West-Souburg en
over de vondstomstandigheden van het waarschijnlijk uit de eerste helft van de
121