'^Jü/n peui 'fye/rchemn'ÏÏiddef. ^eeomtniMserd*, v*.u toc<jn*4^3,,'ooèfhelt de $&kcu.
Vcu^Lei'ancL. letdcudebet 'Paa.rti '~lieJ.Pceti met tie JftajWtoó feut 'ffhcAZ icf SJccjraucnLdie
Aiit-i 'Trader,/:- \l/c»Uri£"v iójr-
Afb. 5: Rekenmeester Jan van Berchem liep mee in de begrafenisstoet van stadhouder
F re de rik Hendrik. AA. KZGW, Zelandia Illustrata 111-169.
de stoet achter een in rang lager geplaatst college als de magistraat van Middel
burg te moeten lopen en besloot dan ook zich door de secretaris te doen verte
genwoordigen. Ook bij de laatste eerbetuigingen aan personen van lagere rang
koos men regelmatig voor deze oplossing of besloot men slechts een gedeelte
van de route in de rouwstoet mee te lopen. Voor dit laatste koos men bijvoor
beeld bij de begrafenis van de zoon van de heer De Maecht. wiens lijk de reken
meesters op 15 november 1646 slechts lot aan de Vlissingse poort begeleidden.
Aan conventies was ook het dragen van rouwkleding gebonden. Na het over
lijden van de deurwaarder van de Rekenkamer droegen slechts de secretaris en
de klerken rouwkleding. Ook bij de begrafenis van klerk Tobias Coorne op 26
October 1648 -door alle leden van de Rekenkamer bijgewoond- gingen de heren
niet in de rouw; bij de uitvaart van rekenmeester Van Berchem en equipagemees
ter Tij sse uit Veere daarentegen weer wel. Bij de teraardebestelling van ontvan
ger-generaal Brouwer in juni 1649 was de situatie blijkbaar buitengewoon inge
wikkeld. De Rekenkamer bewees hem gezamenlijk en in rouwkleding de laatste
eer, in de stoet direct gevolgd door de eveneens in de rouw geklede leden van de
kerkenraad. De heren van Middelburg, die achter de laatsten liepen, droegen om
voor ons onnaspeurlijke redenen echter gewone kleding.
Al deze sociale finesses zijn drie eeuwen later lastig te doorgronden. Het be
lang dat men er aan hechtte, moet -getuige alleen al de discussies tijdens de ver
gaderingen van de Rekenkamer- groot geweest zijn. Eenzelfde problematiek
deed zich voor bij de plaatsing van de diverse leden rond de vergadertafel. Uit de
uittreksels die De la Ruc in 1729 vervaardigde uit de helaas niet bewaard geble
ven notulenboeken blijkt dat er ook over dit onderdeel van hel protocol regelma
tig gepalaverd moet zijn. Vooral in het stadhouderloze tijdperk deden zich proto
collaire problemen voor. Zo mocht de Middelburgse gedeputeerde op 6 decem-
78