ber 1651 slechts 'provisioneel' plaatsnemen op de zetel van 'd'eerst edelen by vacature'. We moeten aannemen dat dal de plaats was, die de representant van de Eerste Edele placht in te nemen als hij geen maand voorzitter was. Immers de voorzitter had een eigen zetel, links van die van de representant van de Eerste Edele, mogelijk met armleuning. Waarom moesten er anders in 1697 één arm stoel en acht andere bezorgd worden? In dal jaar zaten in de kamer zeven colle geleden en een secretaris. Er was dus één lege stoel, vermoedelijk voor gasten. Of was het zo dat de armstoel gereserveerd was voor de Eerste Edele en alleen wanneer deze de Rekenkamer met een bezoek vereerde gebruikt werd? Volgens de Tegenwoordige Staat was de belangrijkste plaats in de Statenvergadering de armstoel, die met dc rug naar het haardvuur stond. Een armstoel die in principe gereserveerd was voor de stadhouder. Bij zijn afwezigheid -dus bijna altijd- mocht de representant wel op deze plaats zitten, maar werd de armstoel verwis seld voor een gewone stoel. Huisvesting De Rekenkamer beschikte over verschillende vertrekken in de noordvleugel van de Abdij ten oosten van de Balanspoort, verspreid over meerdere verdiepingen en verbonden door een traptoren. In de Tegenwoordige Staat wordt dit huis beschre ven als 'een zeer goede kamer, mede op het Plein van de Abtdij uitziende, met deszelfs vertrekplaats, griffie, archiefkomptoir en kamerbewaarderswooning'. Uit de rekeningen van ambachtslieden blijkt dat men in 1642 een grote verbou wing doorvoerde'? In april werden alle kamers gewit, honderden tegels met af beeldingen van kinderspelen en 'clcinc beeskens' gele en groene 'steenkens', rode en blauwe plavuizen werden door de metselaar en zijn knechts vastgezet. Ook werd een geheel nieuwe ruimte gecreëerd. In juli werden hier door de gla zenmaker vier Franse ramen aangebracht, terwijl ook het kantoor van de grif fier/secretaris twee van dergelijke ramen kreeg. De indeling van het pand is las tig te reconstrueren. De kamerbode had zijn woning op de begane grond en zal ook voor privé-doeleinden van de kelder en de keuken, die een geel gestreepte zoldering had, gebruik gemaakt hebben. Van de andere kamers is niet bekend waar ze precies lagen. Uit de archivalia wordt alleen duidelijk dat zich naast een gang nog een aantal ruimten op de begane grond bevond, tenminste twee kamers en een portaal op de eerste verdieping waren gesitueerd met daarboven nog een zolder. De archieven van de Rekenkamer waren over verschillende ruimten ver spreid. Zowel de secretaris als de commies hadden eigen werkruimten vol 'kas sen en loketten' om dc talloze papieren in op te bergen. Aan het einde van het jaar werd hier steevast opruiming gehouden en werden de timmermansknechts ingeschakeld om de 'boucken in de loeketen te dragen en recht te schikken'. Ver moedelijk bracht men ze dan naar het 'pampiere camerken' of de 'registerca- mer'. Ook de zolder zal wel als opslagruimte gebruikt zijn. Daarnaast werden de stukken van tijd tot tijd herschikt, in 1646 liet men in verband hiermee de tim- 9. Voor de uitgaven betreffende de verbouwing van de Rekenkamer zie: ZA, Arch. Rekenkamer C. Rekeningen te Lande, inv.nr 793 (en volgende jaren; uitgaven geboekt onder dc summa 'Hof van Zeeland'). 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1999 | | pagina 89