tijd alle zes klassen der school doorloopen heeft, opdat het met de Leerplichtwet niets meer te maken zou hebben. Dit komt vooral voor wanneer in eene kleine gemeente het openbaar en het bizonder onderwijs elkander de leerlingen als het ware zoeken af te winnen.' Voortgezet lager onderwijs De traditionele avondschool. In de negentiende eeuw werd lager onderwijs niet alleen overdag, maar ook in de avonduren gege ven. Jongeren die slechts een paar jaar of soms in het geheel geen onderwijs hadden genoten, konden op de avondschool inhalen wat ze tekort wa ren gekomen De onderwijzers van de meeste dagscholen zorgden ook voor hel avondonderwijs. In het algemeen verschilde de geboden leerstof nauwelijks of niet van wat er overdag werd onderwezen: lezen, schrijven, rekenen, taal en soms een beetje aardrijkskunde en geschiedenis. Vooral in de wintermaanden za len de avondklassen vol. Het is opmerkelijk dat veel leerlingen uit de hoogste klassen van de dagschool tevens naar de avondschool gingen. Waren ze zo leer gierig of hielden ze er rekening mee dat ze over een paar jaar, als ze in het ar beidsproces opgenomen zouden zijn, niet meer aan onderwijs zouden toekomen? Het aantal jongeren dat dag- én avondschool bezocht, was altijd veel groter dan het aantal dat alleen naar de avondschool ging. Dat dit verschil vooral groot was in de voor de akkerbouw geschikte maanden, laten de cijfers over 1880 zien25. Herhalingsonderwijs De wet van 1878 introduceerde een nieuw soort avondonderwijs: de herhalings school. Artikel 17 stelt: 'Voor zooveel doenlijk wordt aan hen. die geen gewoon schoolonderwijs genoten hebben, gelegenheid gegeven tot het genieten van her- Tabel 3. Aantal avondscholieren en aantal leerlingen die dag- en avond school bezochten op vier teldata in 1880 avondschool dag- en avondschool 15—01—1880 517 3316 15—04—1880 237 1480 5-07—1880 80 1248 5-10-1880 270 1234 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 147