Tabel 5. Aantal scholen waar behalve de vakken van het lager onderwijs één of meer vakken van het meer uitgebreide lager onderwijs werden on derwezen in de periode van I860 tot 1900 jaar openbaar bijzonder I860 32 ■j 1865 35 14 1870 42 15 1875 45 16 1880 44 21 1885 57 19 1890 54 19 1895 56 19 1900 55 20 Gedeputeerde Staten reageerde met afkeuring van het gemeentebesluit. Om toch voor een zekere voorbereiding voor de hbs te zorgen, werd nu één van de vier la gere scholen met twee klassen uitgebreid, met de bepaling dat deze school voor uitgebreid lager onderwijs zonodig tot een school voor meer uitgebreid lager on derwijs zou kunnen promoveren Het zevende leerjaar Het Provinciaal Jaarverslag van 1914 meldt: 'Het zevende leerjaar aan scholen voor gewoon lager onderwijs begint meer en meer terrein te winnen. Aan enkele grote scholen wordt het reeds in een afzonderlijk lokaal, door een afzonderlijke leerkracht gegeven. In de kleinere kan dat niet, maar de hoofden streven ernaar zoveel mogelijk afzonderlijk onderwijs in te richten voor die leerlingen die nog een jaar willen blijven.' In Middelburg waren twee scholen met een gezamenlijk zevende leerjaar. In Goes werden twee gemeentescholen samengevoegd lot één volksschool', waar aan een zevende klas werd verbonden, die in een afzonderlijk lokaal kwam te zit ten. Het beviel goed. Vlissingen kon toen niet achterblijven. In het voorjaar van 1918 kwam de wethouder van Onderwijs, P.F. Auer, met het voorstel om aan drie gemeentelijke scholen één gezamenlijk zevende leerjaar te verbinden. Het was hem namelijk opgevallen dat er kinderen waren die vrijwillig de twaalfde klas, het tweede gedeelte van het zesde leerjaar, doubleerden. Zij deden dit omdat ze nog te jong waren om in de maatschappij geplaatst te kunnen worden, of toegela ten te kunnen worden tot de stedelijke herhalings- of avondtekenscholen. Als 142

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 152