altijd onbereikbaar; zij waren opgeslagen in dozen of overgebracht naar een de pot in Montfoort (Utrecht). Voorts werden alle objecten die zich voor kortere of langere tijd in Huize 's Hertogenbosch, in de woning van wijlen dr. J.H. Kluiver en depot 7 van het Rijksarchief in Zeeland (de aanwinsten sinds 1980 en een aantal zaken die na de tentoonstelling 'Spiegel van de Tijd' op drift geraakt waren, in totaal 130 stuks) hadden bevonden, in bruikleen aan het Zeeuws Museum overgedragen. Van deze objecten werden eveneens stamkaarten aangelegd, die van foto's werden voor zien. Een aantal koperen en tinnen objecten uit het legaat Kooiman-van Midden dorp (1978) die in de kluisruimte van Huize 's Hertogenbosch werden aangetrof fen, bleek niet van museale waarde te zijn. De algemene ledenvergadering gaf in de najaarsvergadering toestemming deze objecten te veilen en de opbrengst voor de verzamelingen te bestemmen. De vergadering gaf eveneens toestemming om een totaal verroest scheepsanker (G 2866) af te voeren. De hallantaarn uit Huize 's Hertogenbosch werd aan het Zeeuws Archief geschonken, en een ijzeren haardplaat met het pand aan de nieuwe eigenaar verkocht. In 1999 werd ook een begin gemaakt met de controle op langdurige bruikle nen aan derden (objecten die door de Zeeuwse Museumstichting voor langere tijd aan andere instellingen zijn uitgeleend). Hierbij bleken zich problemen voor te doen. In het Stedelijk Museum Vlissingen bevonden zich twee portretten (G1570 en G1571en een model van een wachtschip uit 1875 die niet op de door het Zeeuws Museum verstrekte lijst voorkwamen. Ook bleek een portret van Apollonius Ingels uit 1623 (sinds de vroege negentiende eeuw eigendom van het Genootschap) in Vlissingen te zijn, zonder dat dit ergens geboekstaafd was. Aan het Museum de Schotse Huizen in Veere had de Zeeuwse Museumstichting twee mutsjes in bruikleen gegeven, die reeds enkele jaren zoek waren. De mutsen ble ken bij navraag onvindbaar en de schade kon ten gevolge van een nieuwe be heersvorm niet worden verhaald. Bij de overdracht van het beheer van het mu seum de Schotse Huizen aan de Stichting Delta Cultureel is door de Zeeuwse Museumstichting verzuimd met de nieuwe beheerder contact op te nemen over dit bruikleen. Een achttiende-eeuwse glazen bokaal van hel Veerse bakkersgilde - in 1898 in bruikleen aan de gemeente Veere overgedragen - bleek in het Veerse Museum de Vierschaar te staan zonder dat de eigenaar bekend was. In 2000 zul len de controlewerkzaamheden worden voortgezet. Overeenkomstig de opdracht van de algemene ledenvergadering, geen objec ten in langdurig bruikleen aan particulieren af te staan, werden twee hardstenen sokkels (G 2861) uit een particuliere tuin overgebracht naar de tuin van herkomst (die van het Zeeuws Archief), evenals een achttiende-eeuwse tuinvaas (G 2865). afkomstig van de buitenplaats Popkensburg. In het verslagjaar werd een portret van de Middelburgse graanhandelaar J.P. Serlé aangekocht. Pieter Serlé (1760-1822) was lid van het Genootschap en heeft met diverse schenkingen aan de verzamelingen bijgedragen. Zijn portret (olieverf op doek) werd rond 1810-1815 geschilderd en kan aan de Middelburgse kunste naar Jan Pieter Bourjé worden toegeschreven. Voorts werd de collectie Zeeuws zilver uitgebreid met een drietal achttiende-eeuwse lepels en een laat achttiende- eeuws bestek. In de herfst werd een negende-eeuwse schijffibula ten behoeve van een tentoonstelling in Oldenburg uitgeleend. Tot slot werd een aantal verzoe ken om informatie behandeld. 189

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 199