trekken dat hij tevens een vervelende querulant was. Als schout en schepen had
hij waarschijnlijk niet veel vrienden gemaakt. In vergelijking met andere Euro
pese landen in deze periode was de graad van scholing in de Habsburgse Neder
landen hoog. Daarnaast was dit een welvarende periode voor de Nederlanden.
Dit alles maakte de burgerij erg mondig en moeilijk te besturen door zowel la
gere als hogere overheden. Het is ook opvallend hoeveel processen er door parti
culieren werden gevoerd. In de periode 1498 tot en met 1505 was Danckaert
Jansz. verwikkeld in maar liefst acht processen voor het Hof van Holland en de
Grote Raad77! Was hij een uitzondering? In de registers van dingtalen is het op
vallend hoeveel dezelfde namen steeds weer genoemd worden als partij in een
proces. Uiteraard was dit alleen weggelegd voor personen van goede komaf en
een redelijke maatschappelijke welstand. Uit de gegevens zou men kunnen con
cluderen dat procederen in de late vijftiende en zestiende eeuw mode was gewor
den.
Het is goed mogelijk dat Danckaert in zijn vrienden- en kennissenkring juris
ten had zitten, waardoor hij goed op de hoogte was van de procesgang. Veel ju
risten kwamen uil de gegoede burgerij en lagere adel. Onder invloed van het Ro
meins recht had het procesrecht zich tijdens de vijftiende en zestiende eeuw in de
Nederlanden verder ontwikkeld. De universitair geschoolde juristen pasten het
geleerde in de praktijk toe. Het beoefenen van de rechtsgeleerdheid was een spe
cialisme geworden. Veel van wat toen in instructies voor provinciale hoven en
Grote Raad werd vastgelegd, vormde de basis van ons moderne procesrecht.
17