van naar Amsterdam te gaan. Hij zou het misshien wel willen maar dat is het minste waar ik over denk, over Koo. Dan zijn er nog wel andere in Tholen waar ik zoo niet over denk. Maar avijn, dat is voorbij en leven er maar los op door. Die ik dan nog zou wille, zal misshien hier wel komen en anders leef ik er maar vrolijk op door. Als ik maar die Maas had hier, die ik aan uwen Ragel had, dan was ik overal en van de snijer is ook zoo dit met mij. hij zou immers met mijn trouwen en nu Gaat hij er vandoor. Met Mei heeft hij mij geshreven. Doet hem toch de hartelijke Kompelement van mij en zegt, dat zoo Gouw ik tijd heb zijn brief zal beantwoorden en bedank uw beminde eens voor mij voor zijn Opregte wensh. Aangenaam was het mij een masive van hem te mogen ontvangen. Wij hebbe nogal een pret gehad en mijn Vriendin (Marcelisje) en ik beloofde haar zoo Gouw ik tijd heb eens een brief te shrijven over al onze gevallentjes die wij zoo gehad hebbe onder elkander gehad hebbe van wegens 'een arm mensh zal nooit geen geluk of zegen op zijn Goed te wenshen'. Dat ondervond ik ook nog van de week en dan dacht er dadelijk om. Van de zomer moet Gij toch eens over komen, met pinsteren of zoo. dan zullen wij nog eens leeven. Verder zal ik ein dige. en weet geen Nieuws, als de Kompelementen aan Teeuw van der Weele, die heb ik ontvangen van Piet, dus doet hem se weerom en als hij met de loting dik wijls hier kom. hij mij maar opzoeken als hij mij spreken wil en alle van ons Ge- zelshap. wie het ook zij. Kom toch eens aan. Het is altijd zoo plazierig een Landsman te zien. Ik hoop dat deze weer eens door een andere vervullen rijken. Wees zoo Goed Maatje, dat briefje aan Kees af te geven en als uw bij moeder [komt], doet haar de Kompelementen eens en zegt dat ik haar brief ontvangen heb, maar begrijp er niets van want hij aan Manes geseijt. Ik zal hem tenminsten overzenden naar hem. De lieve Ouders de kompclmenten van mijn en blijve groete Uw opregte en Overhanderlijk vriendien Pietje Willemse Overziet mijn vouten in haast De groetenis van Jana en de verdere familie. Alles is wel. vaarwel vergeet mij niet Brief 2 Zierikzee den 21 April 1861 Aachli ngwaardige Vriendin Eindelijk zal ik de pen eens opvatte om zoo wat Zierikzees nieuws bijeen te ra pen om zulks voor uw op het papier te zette. Ik heb het door de shoonmakerij al uitgesteld en zoo ziet men van uitstel komt afstel en ik ga vandaag weer uit en dacht nu heb ik de tijd en zal zij nu ten nutte maken. Want Maatje als wij uitgaan dan is van morgens 9 tot avonds 9 dus een prettig dagtje. Morgens naar de kerk weetje en namiddags als je wil, maar dat is overal niet, maar in weinige diensten hier. Wel Maatje wat zal uw het gemis groot zijn als hel eenmaal Mei is geworde, uw Kamaraad weg en uw vrijer weg. Mensh, het is niet om door te komen voor uw, als uw er nu nog maar een kon houden. Dat zou nog een beetje stroost voor uw zijn, maar avijn, daar is nu zoo. En uw moed er uw zeiven maar in troosten en als uw het moei wier in Tholen en weer ging dienen, komt dan ook maar naar ons toe, dan is het derde van shoppen aas weer bij elkander. Maar nooit zal ik het uw aanraden om daarvoor uw ouders huis te verlate, want uw heb het thans veel 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 46