dachten gingen wel eens sneller dan haar pen kon schrijven, waardoor een zin soms een geheel andere wending kreeg dan zij oorspronkelijk bedoelde. 'Verge ten' woorden zijn, waar dit voor een goed begrip noodzakelijk is, tussen tekstha ken geplaatst. In de brieven van Pietje aan Maatje komen ook diverse tegen woordig onbekende uitdrukkingen voor. Zo schrijft zij in de tweede brief wanneet- zij het over tandpijn heeft: 'het zijn zinkens', een tegenwoordig geheel in onbruik geraakte uitdrukking die van alles op medisch gebied kon omvatten. Een zinking kon zowel op de ogen, het tandvlees of op de keel slaan. Wat men toen zinkings koorts noemde, heet nu gewoon griep. Ook de term 'lekker ragen', waarmee uit gaan of kletsen bedoeld wordt, zal niemand meer bezigen, evenals een in brief 20 gehanteerde uitdrukking. Wanneer hier geschreven wordt dat 'de doorebeijers in volle rijpte' zijn bedoelt Pietje te zeggen dat de kruisbessen rijp zijn. Bijna alle brieven zijn gedateerd en op basis hiervan chronologisch geordend. Bij een enkele brief lijkt de datum niet te kloppen of zijn slechts de dag en de maand genoteerd. Op grond van de inhoud is in die gevallen de brief in de ver moedelijk juiste volgorde geplaatst. Wanneer een jaartal evident foutief is, wordt dit aangegeven. Pietjes levensverhaal Pieternella Katharina Willemse wordt op 25 januari 1840 geboren in het stadje Tholen als de dochter van een grutter. Leden van de familie Willemse beheren van 1809 tot 1904 in deze plaats een grutterij, waar boekweitzaad wordt gema len. Het meel wordt gebruikt om koeken te bakken en van de gebroken schille tjes kan gruttenbrij worden gekookt. Het is goedkoop voedsel, dat echter in de loop van de negentiende eeuw sterk aan populariteit inboet. Vader Ary Willemse neemt hel bedrijf aan de Dalemsestraat 54 in 1811 over van zijn vader en doet het in 1858 aan zijn zoon Leendert over. Pietjes ouders zijn beiden reeds eerder getrouwd. Moeder Elizabeth Koopman (geboren 1810) huwde in december 1833 met Job de Jong. Op dat moment had zij al een zoontje van twee jaar. dat Manus Koopman genoemd werd. Twee maanden na haar huwelijk beviel zij van een tweede zoon. Cornelis oftewel Kees. In 1837 werd Elizabeth weduwe. Ary's eerste vrouw heette Elizabeth Stouten. Zij kregen drie kinderen die maar kort leefden, maar gelukkig ook twee dochters, Cornelia (Keetje) in 1818 en Wil- helmina Adriana (Miena) in 1823. die volwassen zouden worden. Zoon Leendert (1830) bereikte de respectabele leeftijd van 82 jaren. In 1838 huwen Elizabeth Koopman en Ary Willemse. Het oudste kind, Pieternella Katharina (Pietje), wordt geboren in 1840. Vijfjaar later wordt het gezin uitgebreid met een twee ling, die binnen een jaar sterft. Samen met haar halfbroers Manus en Leen groeit Pietje op in de grutterij. Leendert verblijft tussen 1853 en 1858 als gruttersleer- ling in Goes. 'Koude broer' Manus vertrekt in 1854 naar Renesse en wordt wal later molenaarsknecht in Vlissingen. Keetje en Miena zijn respectievelijk in 1838 en 1841 het huis uitgegaan om te gaan dienen in Rotterdam en Delft. Het huwelijk van Ary Willemse en Elizabeth Koopman is weinig gelukkig. Uit Pietjes brieven valt op te maken, dat Elizabeth geestelijk labiel is. Zij lijdt aan depressieve en kwaadaardige buien, waarin geen land met haar te bezeilen valt. Nadat het bedrijf aan zoon Leendert is overgedaan, verhuist het gezin in 1859 naar het pand Dalemsestraat 26. In het daaropvolgende jaar besluit Ary Willemse 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 36