van hel oudemannen- en oudevrouwenhuis. Tot zijn dood vervulde hij beide be trekkingen. Vanaf 1742 was hij ook bewindhebber van de Oostindisehe Compag- nie.In 1745 werd hij werd aangesteld als weesmeester en commissaris van de Wisselbank. (A.A. Fokker, Levensberichten van Zeeuwsche Medici. Middelburg 1901). Dathenus, Petrus, was waarschijnlijk een afstammeling van Petrus Dathenus. bekend door de psalmberijming van 1566. De reisgenoot Dathenus werd in Leiden geboren en werd poorter van Middelburg in 1721. Hij was boekhandelaar, drukker van de Staten van Zeeland (1726-1746) en dichter; misschien is Lof der Christelijke me dedeelzaamheid, in rijm (1741) van zijn hand. Hij woonde op de Markt. Van 1734 tot zijn overlijden in 1746 was hij ouderling van de Nederlandse hervormde gemeente te Middelburg. Eybergen. Lucas van. werd in 1663 geboren te Doesburg. In 1685 werd hij predikant in Loenen. in 1687 in Brummen en in 1693 beroepen in 's-Hertogenbosch. Hij werd aldaar hoogleraar in de Griekse taal in 1706 en in 1730 in de godgeleerdheid. In 1736 ging hij met emeritaat. Hij overleed in 1738 te 's-Hertogenbosch. (Van der Aa, Biographisch woordenboek, deel 2, 88). Frenz, Hendrik Willem. werd in Valkenburg geboren in 1694. Hij werd predikant te Klimmen in 1723. in 1759 te Meersen en Schimmen. Hij stierfin 1769. Goor, Johan Frederik van, werd geboren in Schmithausen (Kleef). Te Brienen (Kleef) werd hij in 1725 als predikant beroepen. 1 mei 1729 in Maastricht. Hij stierfin 1759. Heuvel, Adrianus Gustaaf Willem Frederik van den. werd geboren in 1702 te Maastricht. In 1724 werd hij beroepen te Lochem, in 1728 te Maastricht. Hij overleed in Deventer in 1737. Lodenstein. Jodocus van, werd geboren in Delft in 1620. Hij was dichter en predikant, onder andere in Sluis in Staats-Vlaanderen van 1650 tol 1652. Bekend door Uitspanningen behel zende stichtelijke liederen en andere gedichten. Uit die bundel zijn de nummers 14. 22. 43 en 68 overgenomen voor de Evangelische Gezangen der Hervormde Kerk. In 1677 stierf hij. ongehuwd. (Van der Aa. Biographisch woordenboek. deel 4, 167). Mandere, Jacob van der, was de zoon van Johan van der Mandere (gestorven in 1721) en van Maria Nach- tegael (gestorven in 1743). Deze Jacob van der Mandere zal bedoeld zijn: hij reisde namelijk met moeder en zuster en in 1736 was Jacob nog ongehuwd, zijn moeder was weduwe en een zuster Johanna Susanna, was nog ongehuwd. Jacob van der Mandere huwde in 1739 met Petronella Geertruijd van Berckel. Hij was raad (1726-1769), schepen (1732-1733) en tussen de jaren 1738 en 1757 burge- 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 107