Afb.7. Gezicht op de Markt van Spa en de fontein van Pouhon. Soodra waren we niet aan deze fontein of de hoofdpijn van d' heer Willemsen vermeerde zeer en wel zoo dat we genootzaakt waren ten eersten na huijs le kee- ren en zijn eerwaarde in plaats van te paard in een chaize moest rijden, "t Huijs gekomen zijnde moest zijn eerwaarde na het bed. dat ons niet weinig verzette. Na het middagmaal begon de violente pijn wederom wat te minderen en wel soo dat nog een kleine wandeling dien avond deden. We dankten den Heere voor deze spoedige betering en leerden onze geduurige afhankelijkheit zien en ken nen. Des avonds na de maaltijd wandelde in het hoftie agter ons huijs. waeitoe de aangename avondstond ons uitlokte, en bij "t gezigl der hemelen en hare ver- ciercels wierden opgeleijt om des Scheppers grootheijt te vermelden, waarop we ons tijdig ter rust begaven. woensdag den 11 julij We gingen 's morgens ten vijf uuren wederom na de fontein de Pouhon. alwaar we met veel smaak en gezegender uitwerking dan gisteren het water gebruijkten. Na onze verrigting reden met d' heer Willemzen een uur te paard op het gebergte, dog de hitte en het opkomend slegt weer nootzaakte ons spoedig terug te keeren. Het overige van dezen voormiddag bragten door in het gezelschap van d' heer en juffrouw Visvliet, terwijl onder wcderzijtse samenspraken hel middagmael na derde, alwaar we ons tien gereformeerde22 aanspijzigden. De discoursen daar ge houden liepen voornamentlijk uit op een onderzoek of het niet geoorloft zij. in geval van volstrekte noodzakelijkheid, voor den misgod te knielen, liever dan er het leven bij in te schieten. D' heer Willemsen beantwoorde dit aanstonds bondig 113

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 123