maandag den 6 augustus Na ons vroeg reisvaardig gemaakt te hebben, namen we afscheit van onzen hos pes en zijn huisgzin, die zich verklaarde zeer wel voldaen te zijn, gelijk we we- derzijts in zijne behandeling ons genoegen betuijgden. We reden des morgens ten half vijf uuren uit Spa. met een koets met vier paarden, die van Aken om ons kwam. en welke voor 7 rijksdaalders afgehuurt hadden, benevens een chais met twee paarden voor de bediende, die we voor 3 rijksdaalders bedongen. We dank ten den Heere met blijdschap voor al het goede uit zijn milde hand, en tegen ver diensten zoo aanhoudend genoten. We wenschten dat alle onze hairen longen en onze lichaamsleden stemmen der lieffelijkheit waren, om den roem van Jehovas allerheiligste naam deswegen te vermelden. We reden langs ongemackelijke dog teffens vermakelijke wegen tot quartier voor agt uuren, wanneer we aan de stad Limborg quamen, welke we ronlom dog niet binnen reden. Deze is gelegen op een hooge rots, die over het gantse land ziet, en is klein dog teffens onaanziene- lijk. Het zag er alles jammerlijk uit, en geen muur is onbeschadigt wegens de laatste bombardeering door de Frangen. De/e stad verlatende reden we die rots af, 't welk hel gevaarlijkste op de gantse weg na Aken is, dies er op het verzoek van de voerman twee vrinden genootzaakt waren een klein endtje te voeteren. Na een quartier rijdens quamen we precijs agt uuren in de stad Daalem". mede een geringe plaets, en in het dal van gemelde berg gelegen. Hier moesten we ter ver ademing der paarden een weinig tijds vertoeven. We namen ons intrek in den Zwarten Arend, daer ons met een kop coffij verfristen. Uit de schilderien die we bij menigte in dat huis vonden, konden we oordeelen dal deeze stad. meer dan tot nog toe gezien hadden, in een vervloekte afgodcrie gelegen is. want behalven veele vertooningen van heilige hing hier ook uitgeschikiert de maagd Maria met haar zoon in den arm, deze woorden: Maria mater gratio Mater miseri cordio Tu nos ab hoste protege Et horo mortis suscype Nog verfoeielijker was een andere schilderie, daar de Heilige Drie Eenheit in uit geschi ldert stond, onder de gedaante van een man met drie aangezigten, en de zon om het hoofd, de wereld in de linkehand, en de twee middelste vingers van de regtehand omhoog met dit onderschrift: Hoogstgelooft zij de allerh. drievuldigheit. Dit is voorwaar niet anders dan de heerlijkheit des onverderffelijken Gods te ver anderen in de gelijkenis eenes beelds van een verderflijk mensche. welke daar zij het regt Gods weten dat de geene die deeze dingen doen des doods waardig zijn. We reden ten half tien uuren uit deeze afgodische plaats door aangename en moeilijke, dog gants geen gevaarlijke wegen, en quamen ten half twee uuren bin nen de stad Aken. Aan het tolhuijs daer het veeltijds niet gemackelijk toegaat, wierden we sonder iets te vergen voorbij gelaten, dat we aan onzen voerman die bekent was, te danken hadde. We namen ons intrek a Dragon d'Or"', of gouden Draak, bij monsieur Guill. Florentijn, daer we ons middagmaal hielden. Na een weinig uitgerust te hebben besteden we de namiddag lot de bezigliging van ee- nige merkwaerdigheden in deeze stad. Allereerst bezagen de fontein welke veel dierlijker en pragtiger is dan die in Spa. Het water werd gepompt en loopt op vier plaatzen, ijder uit drie kranen, en dus uit 12 kranen. Voorbij de fontein" is een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 135