doorgaande galdcrie, gelijk ook tegenover nog een andere, en agter is een plein dat wijd uitgestrekt, en met hooge boomen beplant is. Van deeze fontein gingen we na de groote Marct, daar we op het midden zagen een fontein39 (welke ge wrocht is door den konstenaer Gerard Crois), alwaar gestadig vier stralen zich van boven ontlasten in een breed becken van koper, waer vandaan het water af loopt, door ses pijpen in een steenen bak die fraaij gesneden is, en gaal zoo voort tot veele andere fonteinen in de stad. Boven op deeze fontein staat het beeld van Karei de Groote, voorstander van deze stad, van koper verguld in zijn wapenrus ting, slaande het gezigt na Duitsland. Na hier tot genoegen gezien te hebben, tra den we na het stadhuis, hetwelke sedert weinige jaaren zeer prachtig is opge- haalt. wegens de hoop die men had. dat het congres dat te Soison3" gehouden is hier zoude gehouden zijn. Het gezigt uitterlijk is zelfs al zeer voortreffelijk, met 15 sassij" ramen in de breete en seer hooge bordestrappen, die men aan drie a vier plaatzen beklimmen kan. Van binnen is het koninglijk, den ingang of zaal is zeer ruim, en boven keurig geschildert. Nevens deeze zaal zijn ter regtehand de kamers van het Keurgerigt, der werkmeesters gezworens; in deeze laaste staet onder anderen uitgebeeld Karlos Magnos voor de schouw, en aan de wanden vind men de geschiedenissen van Abraham Isaac en der Susanne boeven. Bo ven aan het verhemelte zijn de beeltenissen der twaalf roomse keijzers. Agter deeze kamer is nog een zeer fraaije, daar de Kleene Raed vergadert; daar zijn de deelen der wereld, en des daags benevens eenige heidense fabels uitgeschildert te vinden. Ter linkerhand der zaal is de burgermeesterskamer, die pragtig verciert is, ook onder anderen met de beeltenis van den tegenwoordigen keijzer. Agter deeze kamer is een nette secretary of griffie. Van deeze zaal gingen twee staljes10 ijder agt trappen op daar de rentmeesterkamer is, dog die we niet zien konde. Van hier dan nog drie staljen opklimmende quamen aan verscheide kameren. Het por- tael was boven met waterverf mooij geschildert. In d'eerste kamer zagen we het beeld van Keijzer Leopold met zijn gemalin, tegenover hem Keijzer Joseph met zijn gemalin, ter zijden was Keijzer Karei eenige wetten aan de burgemeesteren gevende. De tweede kamer is de bibliotheek, dog deze is nog niet voltooid, maar zeer fraaij in aanleg. Boven de deur is uijtgeschildert Seneca, sooals die doodbloe dende nog eenige lessen aan zijn diciplen geeft. Van deeze kamers wierden we gebragt in een ruime zaal, die tot het congres geschikt was. Die staat nu vercierd met de eluminatien en uitbeeldingen van den hertog van Lotharingen met zijn gemalin, op den dag van hun huwelijksvoltrekking gehouden. Eindelijk zagen we ten einde dezer zaal een kamer in welke onder anderen een altaar staal, op welke ten behoeve der regenten gewoonlijk eens ter week en buitengewoon eens jaars de mis gehouden word. Deeze kamer is fraaij geschildert rontom geplakt, met de wapens der regenten terzijden. Na dit alles bezigtigt te hebben, gingen we na *t Keijzers Bad41, alwaar we veele en verscheide soorten van was en dampbaden zagen. Benevens de natuur aard van het water dat daartoe gebruikt word, hetwelk seer swavelagtig en boven ma ten heet is, en 't geen des te meer beschouwenswaerdig is omdat al dit water zoo door de natuur is, en de konst niet anders dan alleen de leidingen tot het gebruijk veroorzaakt. Ook zagen in het doorwandelen der stad een leiding van heet water, T welk door de vroulieden gebruikt word om de goederen te wasschen. Na alles omstandig gezien te hebben, besloten we dezen dag en schikte ons ter ruste. 126

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 136