Over de vroege jeugd van Johannes de Mey is weinig bekend, maar over zijn achtergrond valt wel iets te zeggen. Hij werd in september 1617 te Middelburg geboren als zoon van Francois de Mey, koopman in granen, en Péronne de Cerf, een 'jonge dochter' afkomstig uit Zuid-Vlaanderen.1" Zijn vader en moeder waren neef en nicht. Grootvader Charles de Mey was een Vlaams koopman die zich rond 1585 in Middelburg had gevestigd, samen met zijn vrouw Maayken de Cerf. Na de verovering van Calais op de Spaanse troepen in 1598 waren zij ech ter naar die stad verhuisd. Vanuit het Vlaamse Steenbergen was toen ook een broer van Maayken, Jacob de Cerf. met zijn vrouw, Cateline van Exem, naar Ca lais gekomen. In die stad met een bloeiende protestantse gemeenschap hebben neef Francois de Mey en nicht Péronne de Cerf elkaar dus leren kennen en zijn zij omstreeks 1610 ook getrouwd. Vijfjaar later echter besloot Francois de Mey weer naar Middelburg terug te keren. De drijfveer lot die verhuizing zal wel economisch van aard zijn geweest. Een zwager was hem al voorgegaan en bewoonde inmiddels een groot huis op de Middelburgse Markt, genaamd 'In de Galije'." Kort daarna volgde ook de rest van de schoonfamilie. Péronnes moeder was inmiddels weduwe geworden en had nog enkele thuiswonende dochters te verzorgen.1- Haar verhuizing was niet uit armoe ingegeven, want naar verluid was de familie tamelijk welgesteld. De nabijheid van twee van haar dochters zal de weduwe De Cerf eerder naar Mid delburg hebben getrokken. Daar vestigde zij zich in een woning op de Nieuwe Haven, vlakbij het ouderlijk huis van de eerder gemelde natuurfilosoof Isaac Beeckman, die van origine kaarsenmaker was.11 En zoals zulke zaken gaan: niet lang daarna bloeide er een romance op tussen Isaac Beeckman en Péronnes jong ste zuster Cateline de Cerf. In 1620 kwam het tot een huwelijk tussen hen. Neefje Johannes de Mey was toen net driejaar oud. Gezien die prille leeftijd zal hij hel huwelijk van zijn tante waarschijnlijk niet hebben bijgewoond.14 Tussen de verzwagerde gezinnen Beeckman en De Mey lijkt een goede fami lieband te hebben bestaan. Wanneer althans in 1621 het tweede kind van Isaac Beeckman en Catelijne de Cerf ten doop wordt gehouden, treedt Francois de Mey op als getuige. Bij de geboorte van het derde kind, in 1624, blijkt hij boven dien als 'peter' te zijn aangezocht.15 Omgekeerd zullen er vergelijkbare relaties hebben bestaan, die echter vanwege de oorlogsbrand van 1940 niet meer met be wijsstukken kunnen worden gestaafd. In elk geval lijken Isaac Beeckman en zijn vrouw zich na 1625 over hun neefje Johannes de Mey te hebben ontfermd. Dat jaar namelijk overleed zijn moeder Péronne de Cerf. en behalve haar man, Francois de Mey, liet ze een drietal min derjarige kinderen na: de dertienjarige Cateline, de zevenjarige Johannes en de tweejarige Francois. Voor vader Francois senior moet het een ware uitkomst zijn geweest dat zijn zwager inmiddels in Rotterdam verbonden was aan een Latijnse School. Aan een dergelijke onderwijsinstelling was vanouds een kostschool ver bonden. De zorg voor de opvoeding van deze kostkinderen behoorde tot het ta kenpakket van de rector en diens vrouw en zo zal Johannes de Mey in die jaren als een van de Zeeuwse kostkinderen bij zijn oom en tante zijn ondergebracht.16 Hij woonde in elk geval bij hen vanaf 1627, toen Isaac Beeckman een overstap maakte naar de Latijnse school in Dordrecht.17 Die Latijnse school te Dordrecht was in diverse opzichten vergelijkbaar met die te Rotterdam. Alleen waar Beeckman in de schoolorganisatie te Rotterdam slechts ondersteunende laken vervulde, bekleedde hij te Dordrecht de rectorstaak 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 14