valvangsten in nw-biotoop en overige biotopen 3500 Bs Hs Rw Am Vm Nw Dm Bm rest Grafiek 2. De meest gevangen soorten tijdens noordse woelmuisonderzoeken (nw) en overige onderzoeken (o). Bs: gewone bosspitsmuis, Hs: huisspitsmuis, Rw: rosse woelmuis, Am: aardmuis, Vm: veldmuisNw: noordse woelmuis. Dm: dwergmuis Bm: bosmuis. muis, huismuis en rosse woelmuis. De aanwezigheid van de bruine ral werd niet met vallen vastgesteld, maar deze soort is inmiddels wel op zeventien eilandjes gesignaleerd. Braakballen In de delta zijn op alle voormalige eilanden braakballen van verschillende preda- toren verzameld en uitgeplozen. Het grootste deel van de braakbalanalyses is verricht door beide auteurs; de tweede auteur heeft hier recentelijk over gepubli ceerd (Mostert 1995b en 1996). Vergeer (1996) meldt de analyse van een braak- balpartij uit Schouwen-Duiveland. In het kader van braakbalmonitoring werd de laatste jaren uitgebreid verzameld en geplozen; de beide auteurs zijn in dit kader provinciaal coördinator van Zeeland, respectievelijk Zuid-Holland. Het totaal aantal braakbal partij en bedroeg 466, variërend van 1 tot 1688 prooi dieren; het totaal aantal prooidieren was 73.972. De verdeling van het geplozen materiaal naar aantallen gewervelden staat in tabel 2. De totaalverdeling van de braakballen over de voormalige eilanden, gebaseerd op het aantal prooidieren, wordt vermeld in grafiek 3. Hierin is te zien dat op alle voormalige eilanden het aantal prooidieren meer dan duizend is. Dit aantal maakt dat wat de doorgaans wijdverbreide soorten betreft een redelijk betrouwbare uil- spraak is te doen over hel al of niet aanwezig zijn van een soort in de verschil lende gebiedsdelen. Door de jaren heen is de verzamelactiviteit op alle voormalige eilanden niet al tijd even gelijkmatig geweest. Dit heeft enerzijds te maken met de beschikbare 153

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 163